Geschiedenis Quiz
1 / 41
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de naam van Tijdvak 1?
A
Tijd van Jagers en Verzamelaars
B
De Prehistorie
C
De Oudheid
D
Tijd van Jagers en Boeren
Slide 2 - Quizvraag
Wie was ötzi?
A
Een van de eerste koningen
B
Een farao
C
Een ijsmummie
D
Een keizer
Slide 3 - Quizvraag
Uit welke tijd komt dit beeld?
A
De tijd van de Grieken en Romeinen.
B
De tijd van Jagers en boeren.
C
De tijd van de Egyptenaren.
D
De tijd van Monniken en ridders.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de naam van Tijdvak 2?
A
De oudheid
B
Tijd van Romeinen
C
Tijd van Grieken
D
Tijd van Grieken en Romeinen
Slide 5 - Quizvraag
Waar staat het gebouw dat op de achtergrond te zien is?
A
Sparta
B
Rome
C
Troje
D
Athene
Slide 6 - Quizvraag
Welke taal spreken de Romeinen?
A
Latijn
B
Romeins
C
Grieks
D
Italiaans
Slide 7 - Quizvraag
Tegen wie vochten de Grieken in de Perzische oorlogen?
A
De Grieken
B
De Perzen
C
De Turken
D
De Romeinen
Slide 8 - Quizvraag
Wie was de eerste keizer van de Romeinen?
A
Nero
B
Augustus
C
Caesar
D
Brutus
Slide 9 - Quizvraag
Dankzij keizer Augustus begon de 'Pax Romana'. Wat was dat ook alweer?
A
Een tijd van veel oorlogen!
B
Een tijd van rust en vrede!
C
Een Romeinse verkiezing om keizer te worden.
D
Een Romeinse sportwedstrijd.
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn proletariërs?
A
Arme Romeinen
B
Arme Romeinse mannen
C
Werkeloze Romeinen
D
Arme en werkeloze Romeinen
Slide 11 - Quizvraag
In welk jaar werd Jezus van Nazareth geboren? (vul alleen het nummer in)
Slide 12 - Open vraag
Wat wordt er bedoeld met de Limes?
A
Citrusvruchten
B
Griekse forten
C
Versterkte Romeinse grens in Nederland.
D
Germaanse dorpen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de naam van Tijdvak 3?
Slide 14 - Open vraag
Wat is een horige?
A
Iemand met een gehoorprobleem
B
Een rijke ridder
C
De baas van een klooster
D
Een boer die een deel van zijn vrijheid opgeeft.
Slide 15 - Quizvraag
Waarom kreeg Keizer Karel de naam 'Karel de Grote'?
A
Hij had een groot rijk.
B
Hij was erg lang.
C
Dit was de achternaam van zijn vader.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de tyfus.
B
Een bijnaam van de pest.
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep.
D
Een bijnaam van Covid-19.
Slide 17 - Quizvraag
Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quizvraag
1.Na 814 vergaten de leenmannen hun eed van trouw.
2. Leenmannen gingen met elkaar vechten.
2. Leenmannen gingen met elkaar vechten.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed
Slide 19 - Quizvraag
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Wat heeft Bartholomeuz Díaz ontdekt?
A
Het hoogste puntje van Indië
B
Het zuidelijkste puntje van Indië
C
Het zuidelijkste punt van Afrika
D
De vaarroute via het noorden.
Slide 22 - Quizvraag
Renaissance betekent
Renaissance betekent:
A
nieuwe interesse voor de oudheid
B
nieuwe interesse voor andere werelddelen
C
nieuwe interesse voor het geloof
D
nieuwe interesse voor de kunst
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een ambacht?
A
Jager
B
Boer
C
Ridder
D
Bakker
Slide 24 - Quizvraag
Wie schreef de 95 stellingen als kritiek op de katholieke kerk?
A
Johannes Calvijn
B
Maarten Luther
C
Martin Luther King
Slide 25 - Quizvraag
Zonder Luther, geen ...
A
Reformatie
B
Protestantisme
C
plekje in de Hemel
D
Bijbelvertaling in het Duits
Slide 26 - Quizvraag
Wie was de leider van de Opstand?
A
Willem van Oranje
B
Filips II
C
Hertog van Alva
D
Calvijn
Slide 27 - Quizvraag
Willem van Oranje was een stadhouder. Wat was een stadhouder?
A
Een soort koning
B
Een soort leenman
C
Een soort achterleenman
D
Een soort ham of kaas
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
In welke eeuw verdiende de Nederlanden veel geld met de handel in specerijen?
A
1600
B
1700
C
1800
D
1900
Slide 30 - Quizvraag
Hoe lang duurde de Nederlandse Opstand?
A
80 jaar
B
45 jaar
C
75 jaar
D
5 jaar
Slide 31 - Quizvraag
In welke stad is Willem van Oranje vermoord?
A
Leiden
B
Amsterdam
C
Breda
D
Delft
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Wie is de schilder van dit schilderij?
A
Van Gogh
B
Vermeer
C
Rembrandt
D
Picasso
Slide 34 - Quizvraag
Wat was de oorspronkelijke naam van New York?
A
Nieuw Haarlem
B
Nieuw Amsterdam
C
Nieuw Antwerpen
D
Nieuw Rotterdam
Slide 35 - Quizvraag
Waar woonde koning Lodewijk XVI van Frankrijk?
A
Marseille
B
Lille
C
Versailles
D
Parijs
Slide 36 - Quizvraag
Op welke dag vieren de Fransen het begin van de Franse Revolutie?
A
14 juli
B
5 december
C
5 mei
D
11 november
Slide 37 - Quizvraag
Wie werd verslagen bij de slag bij Waterloo?
A
Willem I
B
Koning Leopold
C
Napoleon
D
Abba
Slide 38 - Quizvraag
In welk land begon de Industriële Revolutie?
A
Frankrijk
B
Rusland
C
Amerika
D
Engeland
