Cursus 7 Spelling - §2 trema, apostrof, accent en cedille

Cursus 7 §2 Spelling 
Trema, apostrof, accent en cedille
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cursus 7 §2 Spelling 
Trema, apostrof, accent en cedille

Slide 1 - Tekstslide

Sleep het voorbeeld naar het juiste leesteken. 
Kopiëren
's avonds
Logé
Curaçao
Trema
Apostrof
Accent
Cedille

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Video

Trema
Je gebruikt een trema om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren, beëindigen, Azië, ideeën. Er is dus geen trema nodig in: gekopieerd, video en buiig. 

In sommige leenwoorden: 
fröbelen, conciërge. In Duitse leenwoorden noem je het een umlaut. 

!LET OP: in bepaalde samenstellingen gebruik je geen trema, maar een koppelteken. bv gala-avond en wc-bril
Verkeerde uitspraak woorden trema

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
ge-irriteerd
B
geïrriteerd
C
geïriteerd
D
geirriteerd

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
naiviteit
B
naïviteit
C
na-iviteit

Slide 7 - Quizvraag

Apostrof
1. Om uitspraakprobleem te voorkomen als je een -s schrijft achter woorden op -a, -i, -o, -u en -y. (let op: geldt dus niet voor de E)
vb. Hanna's fiets, baby's, kiwi's. 

2. Als weglatingsteken: 's avonds, 's-Hertogenbosch

3. op de plaats van een weggelaten bezits -s
vb. Thomas' pet, maar ook Maurice's hond

Slide 8 - Tekstslide

4. In afleidingen een meervouden van afkortingen: cc'en, dvd'tjes, pc's. 
(letterwoorden zoals vwo itt havo)

5. In verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 9 - Tekstslide

Ezelsbruggetje

Slide 10 - Tekstslide

Op de volgende slide staat een link. Maak de oefeningen en een screenshot van je score. Lever deze hier in.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

Slide 13 - Video

Accenten
Er zijn drie accenten en ze komen bijna alleen voor op de letter -e. 

1. Accent aigu: oké, logé, decolleté. Het streepje op de -e staat zo dat het klink alsof er nog meer -e's achteraan komen. Gebruiken we ook om klemtoon aan te geven. 

2. Accent grave: barrière, crèche en fin de siècle. Het streepje deze kant op geeft juist aan dat de klank kort is. 

3. Accent circonflexe: crêpe, moment suprême. 
Uitzonderingen: een à twee theelepels (weer een korte klank, dus ook dezelfde richting als bij de -e) 

Slide 14 - Tekstslide

1. Heb je wel eens op ski... gestaan.
A
skis
B
ski's
C
skies

Slide 15 - Quizvraag

3. Marieke heeft drie tante... .
A
tante's
B
tantes

Slide 16 - Quizvraag

4. Het aantal 65+... is toegenomen.
A
65+ers
B
65+'ers

Slide 17 - Quizvraag

5. Waar liggen mijn pyjama... .
A
Pyjamas
B
Pyjama's
C
Pyama's
D
pyamas

Slide 18 - Quizvraag

Op de volgende slide staat een link. Maak de oefeningen en een screenshot van je score. Lever deze hier in.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Link

Aan de slag
Cursus 7 §2 maken

Slide 21 - Tekstslide