Past Simple & Present Perfect (new)

Past Simple & Present Perfect
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Past Simple & Present Perfect

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten verleden tijd
Past simple:                        verleden tijd en afgelopen


Present perfect:                verleden tijd en nog invloed op het nu

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            
     PAST SIMPLE            PRESENT PERFECT

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
Verleden tijd en afgelopen
1 woord

regelmatig werkwoord? +(e)d                             look -> looked

onregelmatig werkwoord? eigen vorm          buy -> bought
              --> woordenlijst, 2e rijtje

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect
Verleden tijd verleden tijd en nog invloed op het nu
2 woorden
has/have + voltooid deelwoord                 (I, you, we, they = have)
                                                                                  (he, she, it (SHIT)= has)

regelmatig werkwoord? +(e)d                    have/has looked
onregelmatig werkwoord? (3e rijtje)       have/has bought

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple 
Present Perfect 
- verleden tijd, gebeurtenis is afgelopen en het is wel belangrijk wanneer. 


Er staat dus een tijdsbepaling in de zin. (when, yesterday, last week, 10 minutes ago, etc.)

I finished my work yesterday. 


- iets is gebeurd en het is niet belangrijk wanneer.
- in verleden begonnen en gaat nu nog steeds door.

Signaalwoorden: for, yet, never, ever, just, already, since. > fyne jas 

- I have just finished my work.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple - Present Perfect
they talked
they have talked
she loved
she has loved
we managed
we have managed
my dog bit
my dog has bitten (onregelmatig werkwoord)
he danced
he has danced

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
  •  werkwoord + ed 
  •  work > worked 
  •  onregelmatige werkwoorden: 2e rijtje
  •  vraagzin: Did + hele ww.
 
  • Did you work yesterday?
  •  We didn't work last week. 
Present perfect
  •  have of has + ww + ed
  •  have worked 
  •  I, you, we, they = have 
  •  he, she, it (SHIT)= has 
  • vraagzin: Have/Has + onderwerp + voltooid dw. (3e rijtje)
  •  Has he worked?
  •  I haven't worked yet.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / Present perfect

Slide 9 - Tekstslide

(5 min total) 10 min
Als het onderwerp I, we, you of they is, gebruik je ......... om de present perfect te vormen.

(I ...... worked here since this year)
A
have
B
has

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als het onderwerp he, she of it is, gebruik je ....... om de present perfect te vormen.
(He ...... worked here since this year)
SHIT-regel!
A
have
B
has

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als het onderwerp Jane is, gebruik je ....... om de present perfect te vormen.

(Jane ...... worked here since this year)
A
have
B
has

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als het onderwerp Mark and Robbert is, gebruik je ............... om de present perfect te vormen.

(Mark and Robbert ...... worked here since this year)
A
have
B
has

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
I ................ (always + like) playing board games.
A
have always liked
B
always liked

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
His grandparents ........... (to live) there for 40 years and they are still happy!
A
lived
B
have lived

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
.............. (you + see) Janet last night?
A
Did you see
B
Did you saw
C
Have you seen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
I ............. ( break) my leg, now I can't walk anymore.
A
have broken
B
broke

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
When I was a child I ...............(read) a lot of comics.
A
read
B
have read

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
Me and my friends ................ (to watch) a movie yesterday.
A
watched
B
have watched

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
Last year, I .............. (to work) at a book store.
A
worked
B
have worked
C
has worked

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
We ..........(not - to see) that movie yet.
A
didn't see
B
haven't seen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
She ................ (live) in London when she was a child. Now, she lives in Belfast.
A
lived
B
has lived

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
"They ............. (live) in Zeist since 2014."
A
lived
B
live
C
has lived
D
have lived

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de stof begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies