woordenschat les herhaling

Wat is een maillot?
A
een legging
B
dikke kousen met een broekje eraan vast
C
een broek met wijde pijpen
D
een tutu
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
Basisschool

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is een maillot?
A
een legging
B
dikke kousen met een broekje eraan vast
C
een broek met wijde pijpen
D
een tutu

Slide 1 - Quizvraag

Wat is constateren?
A
uitleggen
B
oordelen
C
afwijzen
D
vaststellen

Slide 2 - Quizvraag

Leg uit wat choreografie is

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent vermaard
A
sterk afkeuren
B
heel erg bewonderen
C
beroemd
D
fans

Slide 4 - Quizvraag

de vedette is
A
iemand die totaal niet bekend is
B
iemand die steeds bekender wordt
C
een oude man/vrouw
D
iemand die door zijn prestaties bekend is geworden

Slide 5 - Quizvraag

Wat is souplesse?

Slide 6 - Open vraag

onweerstaanbaar
A
onaantrekkelijk
B
super lelijk
C
heel aantrekkelijk
D
ruikt erg lekker

Slide 7 - Quizvraag

iemand versieren

Slide 8 - Woordweb

inclusief
A
wat erbij hoort
B
wat er nog bij moet komen
C
waarvoor je betaalt
D
een luxe vakantie

Slide 9 - Quizvraag

Leg uit wat: ergens je ogen niet van kunnen afhouden betekent.

Slide 10 - Open vraag

het sjabloon
A
een merk
B
tekening /vorm die je vaker gebruikt
C
een tekening op een muur
D
een tekening gemaakt met stift

Slide 11 - Quizvraag

ergens voor opgeven

Slide 12 - Woordweb

de commissie
A
een groep mensen van een sportclub
B
een groep mensen die het ergens niet mee eens is
C
een groep mensen op een feestje
D
een groep mensen die samen iets regelen/beslissen

Slide 13 - Quizvraag

Stuur een foto van iemand of iets die jij adoreert

Slide 14 - Open vraag

verguizen
A
sterk afkeuren
B
iets kapot maken in kleine stukjes
C
goedkeuren
D
iets kapot stampen in kleine stukjes

Slide 15 - Quizvraag