woordenschat thema 4
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zie je hier op het plaatje?
A
legging
B
panty
C
broek
D
Maillot
Slide 2 - Quizvraag
wat betekent intens?
Ik heb intens genoten van de voorstelling.
Ik heb intens genoten van de voorstelling.
A
een beetje
B
heel erg
C
niet erg
Slide 3 - Quizvraag
wat ben je als je veel souplesse hebt?
Wat een souplesse hebben die meiden.
Wat een souplesse hebben die meiden.
A
aantrekkelijk
B
dun
C
lenig
D
slim
Slide 4 - Quizvraag
wat roep je als iemand zijn voeten goed gebruikt?
A
die kan stampvoeten!
B
Doe het stampvoets!
C
Maak je uit de voeten!
D
Wat een voetenwerk!
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent ergens je hand niet voor omdraaien?
A
iets bijna onmogelijks doen.
B
iets doen waarbij goed geoefend moet worden.
C
iets doen wat van tevoren is bedacht
D
iets heel gemakkelijk doen.
Slide 6 - Quizvraag
Wat doe je als je ergens je ogen niet vanaf kan houden?
A
je blijft er naar kijken.
B
je kijkt liever naar iets anders.
C
je sluit je ogen en geniet.
D
je ziet vooral wat eromheen gebeurt.
Slide 7 - Quizvraag
wat betekent de carrière ?
A
de banen die iemand heeft gehad.
B
de mogelijkheid om bekend te worden.
C
een beoordeling van hoe je iets hebt gedaan
D
Een optreden in een beroemde voorstelling.
Slide 8 - Quizvraag
wat betekent zich spiegelen aan?
A
zich controleren op.
B
zich melden bij
C
zich optrekken aan
D
zich vergelijken met
Slide 9 - Quizvraag
Hoe kun je deze zin anders zeggen?
Die meiden zijn gezegend met een groot talent.
Die meiden zijn gezegend met een groot talent.
A
ze hebben geluk met hun talent.
B
Ze hebben nauwelijks talent.
C
ze kunnen nog wel wat talent gebruiken.
D
ze springen goed om met hun talent.
Slide 10 - Quizvraag
de filmster werd verguisd om zijn rol in die oorlogsfilm. Wat betekent verguizen?
A
bijzonder respecteren.
B
heel erg bewonderen
C
sterk afkeuren
D
vaak beledigen
Slide 11 - Quizvraag
Stokstaartjes zijn kleine roofdieren. Ze leven in groepen van maximaal 30 dieren in de woestijn. Overdag trekken ze eropuit om voedsel te zoeken.
Welke vraag ging vooraf aan deze uitleg?
Welke vraag ging vooraf aan deze uitleg?
A
Kunt u laten weten of er stokstaartjes zijn?
B
Kunt u omschrijven wat stokstaartjes zijn?
C
Kunt u vaststellen waar stokstaartjes zijn?
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heette het systeem in Zuid-Afrika waarbij blanke mensen meer rechten hadden dan zwarte en gekleurde mensen?
A
de apartheid
B
de bijzonderheid
C
de ingetogenheid
D
de overheid
