Les 1 - We gooien fantastisch eten weg

Nederlands

Begrijpend
Lezen en Luisteren 3F



1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Begrijpend
Lezen en Luisteren 3F



Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over het onderwerp en de persoonsvorm?

Slide 2 - Open vraag


A

Slide 3 - Quizvraag

De man
voetbalde
Wij
Voetbalden

Slide 4 - Sleepvraag


Slide 5 - Open vraag


Kies de juiste zin: 
A
Het meisje wandelde met de hond.
B
Het meisje wandeldde met de hond.
C
Het meisje wandelden met de hond.
D
Het meisje wandeldden met de hond.

Slide 6 - Quizvraag


Slide 7 - Open vraag

Antwoord:
In Nederland wordt, heeft de Universiteit Wageningen berekend, tussen de 89 en 215 kilo per hoofd van de bevolking verspild. Zeker 50 kilo daarvan gooien we jaarlijks eigenhandig in de vuilnisbak, waarna het verbrand wordt. Dat komt neer op zo'n 200 a 300 euro.

Slide 8 - Tekstslide

Doel van deze les
-Oefenen met Begrijpend Lezen/Luisteren op 3F niveau
- Leesmeters maken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Leestekst lezen
Leestekst: We gooien fantastisch eten weg

Markeer delen uit de tekst die je wilt onthouden of waar je vragen bij hebt
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Tekstdoelen
Overtuigen
Informeren
Amuseren
Instrueren
Activeren

Slide 12 - Tekstslide

Welk doel heeft de auteur met deze tekst?
A
De lezer informeren over de acties die Tristram Stuart voert om voedselverspilling tegen te gaan
B
De lezer instrueren over de acties die Tristram Stuart voert tegen voedselverspilling
C
De lezer overtuigen om de acties van Tristram Stuart tegen voedselverspilling te steunen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte?
Samenvatting (in dit geval van de hele tekst) in één of twee zinnen.
Heel vaak is de hoofgedachte in de inleiding of het slot te vinden!

Slide 14 - Tekstslide

Welke zin geeft het best de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
De Brit Tristram Stuart voert een strijd om mensen te activeren om te helpen voedselverspilling tegen te gaan.
B
De Brit Tristram Stuart wil voedselverspilling verminderen in de landen waar de voedselverspilling het grootst is.
C
De Brit Tristram Stuart ziet veel mogelijkheden om voedselverspilling wereldwijd tegen te gaan.

Slide 15 - Quizvraag

In alinea 2 staat: "Maar van zo'n vondst wordt Tristram Stuart (1977) niet warm of koud meer."
Waarom doet zo'n vondst hem niets meer?

A
omdat hij inmiddels aan tafel zit met ministers, topbestuurders van bedrijven en de VN
B
omdat hij is uitgegroeid van geschiedenisstudent in Oxford tot activist tegen voedselverspilling
C
omdat hij tegenwoordig denkt in pallets, containers, zelfs tonnen weggegooid eten

Slide 16 - Quizvraag



In alinea 3 staat: "Stel je eens voor wat een verspilling van land, van energie."
Welk verband heeft de rest van alinea 3 met deze uitspraak? De rest van de alinea ...

A
beschrijft een oplossing hiervoor.
B
geeft de reden hiervoor.
C
schetst een voorwaarde hiervoor.

Slide 17 - Quizvraag



In alinea 4 staat dat in het boek Waste van Tristram Stuart een aantal beweringen wordt gedaan over voedsel.
Zijn deze beweringen betrouwbaar?

A
Ja, want Tristram Stuart gebruikt feitelijke gegevens van de FAO.
B
Ja, want Tristram Stuart is een autoriteit op dit gebied.
C
Nee, want Tristram Stuart belicht het onderwerp slechts van één kant.
D
Nee, want Tristram Stuart heeft belang bij deze beweringen.

Slide 18 - Quizvraag

In alinea 7 staat een aantal woorden tussen aanhalingstekens.
Waarom gebruikt de auteur hier aanhalingstekens?

A
omdat de woorden figuurlijk bedoeld zijn
B
omdat de woorden op moeten vallen
C
omdat de woorden overdrijvingen zijn

Slide 19 - Quizvraag



Tristram Stuart vindt voedselverspilling een tragedie, maar ook een mogelijkheid (alinea 10).
Welke mogelijkheid ziet hij in voedselverspilling?
De mogelijkheid om ..

A
een culturele omslag te veroorzaken
B
ervoor te zorgen dat de politiek in beweging komt
C
meer mondiale problemen aan te pakken en op te lossen

Slide 20 - Quizvraag

Welke signaalwoorden zie jij in deze alinea?
15 “Natuurlijk gaat in ontwikkelingslanden veel voedsel verloren door gebrekkige opslag, distributie en infrastructuur. Maar ook de eisen die Europese supermarkten stellen, vormen een groot probleem. Keniaanse boontjes worden in Kenia verpakt, wat niet in de verpakking past wordt weggesneden en weggegooid. Zo creëren wij mede hun verspilling. Soms wordt er een order geplaatst, wordt iets als minimaïs naar Europa gevlogen en dan wordt de order geschrapt. De macht om verspilling tegen te gaan ligt mede hier, bij Europese supermarkten. En dus ook bij de Europese consument, die kan eisen dat het beter moet.” 

Slide 21 - Tekstslide

Welke signaalwoorden zie jij in deze alinea?
15 “Natuurlijk gaat in ontwikkelingslanden veel voedsel verloren door gebrekkige opslag, distributie en infrastructuur. Maar ook de eisen die Europese supermarkten stellen, vormen een groot probleem. Keniaanse boontjes worden in Kenia verpakt, wat niet in de verpakking past wordt weggesneden en weggegooid. Zo creëren wij mede hun verspilling. Soms wordt er een order geplaatst, wordt iets als minimaïs naar Europa gevlogen en dan wordt de order geschrapt. De macht om verspilling tegen te gaan ligt mede hier, bij Europese supermarkten. En dus ook bij de Europese consument, die kan eisen dat het beter moet.” 

Slide 22 - Tekstslide

Welk tekst verband hoor bij deze signaalwoorden?
Maar 
Zo 
Dus  

Slide 23 - Tekstslide

Thuis
Verder werken aan taalblokken extra lezen en luisteren

Volgende week moet tot en met 7 afgerond zijn. 

Slide 24 - Tekstslide