Beter rekenen 16-4-2024

49 - 34 =

1 / 20

Slide 1: Open vraag

RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Lesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

49 - 34 =

Slide 1 - Open vraag

De plattegrond van een landhuis is getekend op schaal 1 : 100. De breedte van de gang is op de plattegrond 4 cm.

In werkelijkheid is de gang ... meter breed (alleen getal typen).

Slide 2 - Open vraag

(8 - 2) : 2 x 4 x 3 - 5 =

Slide 3 - Open vraag

x 40 =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 4 - Open vraag

3 minuten = ... seconden

Slide 5 - Open vraag

184 - 67 =

Slide 6 - Open vraag

4 cm2 =

0,04 mm2

400 mm2

40 mm2

0,4 mm2

Slide 7 - Quizvraag

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 7 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 4 ​}

Slide 8 - Quizvraag

De NS gebruikt de begrippen spoor-
breedte en -wijdte. De wijdte is 1435 mm.
De breedte is 1500 mm. De kop van een
rail is .......... mm breed.

Slide 9 - Open vraag

32 : 8 x 2 + 2 =

Slide 10 - Open vraag

x 162 =

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 11 - Open vraag

Bij een prijsverhoging met 5% kun je de nieuwe prijs berekenen door de oude prijs te vermenigvuldigen met...

1,5

1,05

1,005

Slide 12 - Quizvraag

20% van 15 = ........

Slide 13 - Open vraag

42 : 3 =

Slide 14 - Open vraag

55,5 mm =

0,555 cm

0,555 m

5,55 dm

5,55 cm

Slide 15 - Quizvraag

Van deze breuken zijn er ... evenveel waard als 0,25.
(Vul een getal in.)

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 5 ​}, \frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​}, \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 6 ​}, \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}, \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​}, \frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 0 ​}, \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 2 ​}, \frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 16 - Open vraag

Op een autokaart is de afstand tussen twee steden 12,5 cm.
De schaal van de kaart is 1 : 250.000.
Hoe groot is de werkelijke afstand?

31,25 km

3125 km

200 km

20.000 meter

Slide 17 - Quizvraag

Een breedbeeldtelevisie kost € 1020,00. Na een prijsverlaging kost de breedbeeldtelevisie € 979,20.
De prijs is ... procent gedaald.

Slide 18 - Open vraag

5 x 0,2 + 15 x 0,2 =
(geef antwoord met 1 decimaal)

Slide 19 - Open vraag

0,8 liter = ... cm³
(geef alleen het getal als antwoord)

Slide 20 - Open vraag