beeldspraak

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Soms lacht de toekomst je toe.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

Rond je tiende breekt de storm van de puberteit aan.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

Het viergangenmenu biedt een kleurig palet aan smaken.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

Zomernachten die even warm en zacht waren als de buik van konijnenjongen

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

De nachten zijn daar bitter koud.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

In dat huis heeft de armoede haar intrek genomen.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

Haar koude ogen zeggen genoeg.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

Met lood in zijn schoenen begon hij aan de wedstrijd.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

Ik voel me als een kleuter die een basketbal wil vastgrijpen.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie

Mijn ouderlijke huis is nog steeds een veilige haven voor mij.

1. vergelijking
2. personificatie
3. metafoor
4. synesthesie