ch 2 HV2D cours 3 07 12 2023 Tu viens chez moi?

Bonjour HV2D
JE VOUS SOUHAITE LA BIENVENUE
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bonjour HV2D
JE VOUS SOUHAITE LA BIENVENUE

Slide 1 - Tekstslide

Devoirs pour vendredi, 8 décembre
apprendre:
 Bloc C - phrases clés n-f f-n (schrijvend leren) page 90



apprendre: onregelm werkw: faire et aller (rijtjes snel op kunnen zeggen) en kunnen schrijven (contrôle) page 165

Slide 2 - Tekstslide

Programme pour aujourd'hui
- révision faire/aller et bloc C
- correction exercices
- bloc D
- Franse afgeleide woorden
- bloc C - phrases clés / chanson Eurovision Junior

Slide 3 - Tekstslide

Buts
- ik kan de rijtjes faire en aller opzeggen
- Ik kan de goede vorm van het ww faire in zinnen plaatsen
- Ik kan Franse woorden afleiden uit vreemde talen

Slide 4 - Tekstslide

faire du/de la/del'/des
je fais de la natation
il fait du vélo
nous faisons du karaté
vous faites de la danse?
ils font du ski

Slide 5 - Tekstslide

ik doe, jij doet, hij doet

Slide 6 - Open vraag

wij doen, jullie doen, zij doen

Slide 7 - Open vraag

L'adjectif = Het bijvoeglijk naamwoord
  • Herhaling leerjaar 1
  • Onregelmatige vormen
  • Plaats van het bijvoeglijk naamwoord 

Slide 8 - Tekstslide

de grote jongen
het kleine meisje
de grote jongens
de kleine meisjes

Slide 9 - Open vraag

Herhaling leerjaar 1
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

Slide 10 - Tekstslide

Herhaling leerjaar 1
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
-
+ E
Meervoud
+ S
+ ES

Slide 11 - Tekstslide

Vorm
En deze zijn onregelmatig...    + 
  • actif - active
  • bon - bonne
  • heureux - heureuse
  • italien - italienne
  • cher - chère
  • traditionel - traditionelle




Plaats

Slide 12 - Tekstslide

Vorm






Plaats
De regel / Het liedje....

gros beau bon joli
haut long vieux petit
jeune mauvais nouveau et grand
Ce sont les mots qui viennent DEVANT

* Ook de rangtelwoorden zoals 'premier'  en "dernier' ook horen bij t liedje.

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen
1. Tu as deux ....... soeurs, n'est-ce pas? (klein)
2. J'ai une ... copine ... . (français)
3. Mon frère a un ... lapin ... . (nouveau)
4. Nous avons une ... poule ... . (adorable)
5. Sarah a deux ... chats ... . (grand)

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen
1. Tu as deux petites soeurs, n'est-ce pas? 
2. J'ai une copine française 
3. Mon frère a un nouveau lapin 
4. Nous avons une poule adorable
5. Sarah a deux grands chats 

Slide 15 - Tekstslide

Frans begrijpen
Met behulp van andere talen.

Slide 16 - Tekstslide

Objectifs/ objectives
Na het einde van deze les kan ik:
  • Anders kijken naar moeilijke woorden.
  • Franse woorden kunnen identificeren. 

Slide 17 - Tekstslide

timer
1:30
Woorden vanuit
een andere taal.

Slide 18 - Woordweb

L'intelligence a beaucoup d'importance.
1700 Engelse woorden hetzelfde
12.000 Nederlandse woorden (bijna)hetzelfde 
  • woorden die eindigen -al -able, -ible, -ance, -ant, -ct, -ence, -ent

Slide 19 - Tekstslide

Exemples/ examples
  • acceleration - l'accélération  
  • edition- édition
  • animal- animal
  • final- final
  • adorable- adorable
  • table- table
  • horrible- horrible
  • dictionary- dictionnaire 
  • salary- salaire 
  • ethical- éthique
  • critical- critique
  • romantic- romantique 
  • correctly- correctement 

Slide 20 - Tekstslide

Exercice  
  1. Il a un travail intéressant dans la pub.
2. Le chef a fait une recette sympa pour le restaurant.
3. Le créateur a montré son idée pendant une réunion.
4. Ils ont eu une réunion pour parler de nouveaux projets.
5. Elle aime le fitness et le jogging.
6. Le téléphone est facile à utiliser.
7. Le professeur a utilisé un diapo pendant le cours.
8. Le café a une ambiance cool.
9. La chanteuse a fait une super chanson très populaire.
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Réponses
1. intéressant- interesting- interessant, la pub/ publicité - publicity- publiciteit
2. chef- chef, recette- recipe- recept, sympa/ sympathique- sympathetic
3. créateur- creator, idée- idea- idee, réunion- reunion- reunie
4. nouveaux- new- nieuw, projets- projects- projecten
5. fitness- fitness, jogging- jogging
6. téléphone- telephone- telefoon, utiliser- utilise/ use
7. utilisé- utilised, professeur- professor- professeur
8. café- café, ambiance- ambiance
9. populaire- populaire





Slide 22 - Tekstslide

Herhaling objectifs
Kunnen we nu:
  • Anders kijken naar moeilijke woorden?
  • Franse woorden identificeren?

Slide 23 - Tekstslide

Dit vond ik van de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Wat vond je leuk/ niet leuk en waarom?

Slide 25 - Open vraag

à faire
16 A, C, D, E

Slide 26 - Tekstslide

exercices:

9, 10 corrigé??
11 A, B, 12 A, b = AF!!!

Slide 27 - Tekstslide

RETOUR RÉFLEXIF

Slide 28 - Tekstslide

Liste
- uitslapen
- winkelen
- naar het museum gaan
- naar de bioscoop gaan
- gitaar spelen
- sporten
- lezen
- muziek luisteren
des activités
- faire la grasse matinée 
- faire les magasins
- aller au musée
- aller au cinéma
- jouer de la guitare
- faire du sport
- lire
- écouter de la musique

Slide 29 - Tekstslide

des activités
- faire la grasse matinée
- faire les magasins
- aller au musée
- aller au cinéma
- jouer de la guitare
- faire du sport
- lire
- écouter de la musique
Fais des phrases
- je 
- vous
- ils
- vous
- tu
- nous
- elle
- on

Slide 30 - Tekstslide

des activités
- faire la grasse matinée
- faire les magasins
- aller au musée
- aller au cinéma
- jouer de la guitare
- faire du sport
- lire
- écouter de la musique
Fais des phrases
- je      fais la grasse matinée
- vous faites les magasins
- ils      vont au cinéma
- vous  allez au ciné,a
- tu        joues de la guitare
- nous  faisons de la guitare
- elle     lit
- on       écoute de la musique

Slide 31 - Tekstslide

Bloc c
EX. 13 A, B, E

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Devoirs pour vendredi 15 décembre
-apprendre:verbes aller/faire
- apprendre: pc CA
- vocabulaire A et B
faire: exercices

Slide 36 - Tekstslide

AU REVOIR - À vendredi

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wij houden van gamen en naar de televisie kijken

Slide 39 - Open vraag

Hoe zeg je dat de kat schattig is?

Slide 40 - Open vraag

Hoe zeg je dat de koe Lola heet?

Slide 41 - Open vraag

Hoe vraag je aan Paul of hij een kip en een konijn heeft?

Slide 42 - Open vraag