H5.3 1TH Begrijpend lezen Deel 1

H5.3 1TH
Tekstdoelen 2
Tekstsoort en tekstvorm
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5.3 1TH
Tekstdoelen 2
Tekstsoort en tekstvorm

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een tekstdoel?

Slide 2 - Open vraag

Welke twee tekstdoelen ken je al?

Slide 3 - Open vraag

Tekstdoelen
KEN JE AL:
  • Informeren = de schrijver wil informatie geven
  • Amuseren = de schrijver wil vermaken
NIEUW:
  • Overtuigen = de schrijver geeft zijn mening
Voorbeelden: boekbespreking, klachtenbrief
  • Activeren/tot handelen aansporen = de schrijver wil dat de lezer iets gaat doen
Voorbeelden: advertentie, reclamefolder


Slide 4 - Tekstslide

Welk tekstdoel heeft een tekst in een reclametekst?

Slide 5 - Open vraag

Welk tekstdoel heeft een recensie?

Slide 6 - Open vraag

Welk tekstdoel heeft een
poster van een festival?
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 7 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een instructie?
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 8 - Quizvraag

Tekstsoort en tekstvorm

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een activerende tekst?
A
tekstsoort
B
tekstvorm
C
tekstdoel

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een oproep?
A
tekstsoort
B
tekstvorm
C
tekstdoel

Slide 11 - Quizvraag

TIP!
Tekstvorm en tekstsoort worden vaak door elkaar gehaald.

Ezelsbruggetje = tekstVorm heeft een V van Voorbeeld. Tekstvorm is dus een VOORBEELD van een tekst, zoals een boekbespreking of een verhaal.

Slide 12 - Tekstslide

Noem alle vier de tekstdoelen.
Zet ze onder elkaar.

Slide 13 - Open vraag

En nu werken jullie!
H5.3

Slide 14 - Tekstslide