Les 4 tekstsoorten/tekstdoelen/publiek

Welkom!
Pak alvast je leesboek erbij.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast je leesboek erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Daltontijd: stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Log in op LessonUp met je eigen naam

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een tekstdoel?
Noem voorbeelden van tekstdoelen.

Slide 5 - Open vraag

Tekstdoelen
  • Een schrijver schrijft een tekst met een reden. 
Deze reden noem je het tekstdoel.
  • Er zijn verschillende tekstdoelen, bijvoorbeeld:
1 ...
2 ... 
3 ...
4 ...
5 ....


Slide 6 - Tekstslide


Tekstdoelen:
  • amuseren
  • informeren
  • mening geven 
  • overtuigen
  • activeren

Slide 7 - Tekstslide

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Amuseren
Tekstdoel activeren
Tekstdoel instrueren
Een nieuwsbericht over een schietpartij.
Recensie over mijn gelezen boek

Een mop in een tijdschrift
Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Artikel op een website warin iemand zijn mening geeft over een vuurwerkverbod.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.

Slide 8 - Sleepvraag

Welke tekstvorm hoort bij welk tekstdoel?
timer
1:00
Overhalen
Amuseren
Overtuigen
Informeren

Slide 9 - Sleepvraag

Activerende tekstvorm
Informerende tekstvorm
Achtergrondartikel
Blog
Ingezonden brief
Notulen
Recensie
Tekst in een encyclopedie

Slide 10 - Sleepvraag

Tekstsoort en tekstvorm
Tekstdoelen
Tekstsoorten
Tekstvormen
Informeren
Informatieve teksten
Nieuwsbericht
Overtuigen
Betogende teksten
Ingezonden brief, klachtenbrief
Activeren/tot handelen aansporen
Activerende teksten
Advertentie, folder, oproep
Amuseren
Amuserende teksten
Verhaal, liedtekst, strip

Slide 11 - Tekstslide

TIP!
Tekstvorm en tekstsoort worden vaak door elkaar gehaald.

Ezelsbruggetje = tekstVorm heeft een V van Voorbeeld. Tekstvorm is dus een VOORBEELD van een tekst, zoals een boekbespreking of een verhaal.

Slide 12 - Tekstslide

Publiek
De lezers zijn het publiek van de schrijver. De schrijver past zijn tekst aan, aan het publiek. Daarom kiest hij/zij een tekstdoel. 
3 soorten publiek: 
  1. Breed publiek (een grote groep mensen)
  2. Kleiner publiek (specifieker, bijv. voetbal)
  3. Persoon/kleine groep publiek

Slide 13 - Tekstslide

Publiek
Voor wat voor publiek is het tijdschrift Cosmopolitan geschreven?
Voor wat voor publiek is de bijsluiter van de anticonceptiepil geschreven?
Voor wat voor publiek is de Voetbal International geschreven?
Voor wat voor publiek is een folder over het festival PinkPop geschreven?

Slide 14 - Tekstslide

Sleep de plaatjes naar de juiste doelgroep/publiek
volwassenen
amateur kok
jongeren

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide