grammatica 4-lv en mw.vw

Eind van de les weet je:
Je weet aan het eind van de les:
1) Wat een lijdend vw. is en hoe je het herkent in de zin.
2) Wat een meewerkend vw. is en hoe je het vindt in de zin.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Eind van de les weet je:
Je weet aan het eind van de les:
1) Wat een lijdend vw. is en hoe je het herkent in de zin.
2) Wat een meewerkend vw. is en hoe je het vindt in de zin.

Slide 1 - Tekstslide

Tekst
zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide

Welke zinsdelen ken je?

Slide 3 - Open vraag

Het bestuur keurde ZIJN VOORSTEL niet goed.
zijn voorstel is:
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quizvraag

Vragen:
Hoe vind je een lijdend voorwerp?
Hoe vind je een meewerkend voorwerp?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je een lijdend voorwerp?

Slide 6 - Open vraag

Hoe vind je een meewerkend voorwerp?

Slide 7 - Open vraag

Samenvatting: lijdend voorwerp:
  • Vraag Wie/Wat + wwg + ow = lijdend voorwerp
  • Het is een zinsdeel waarmee iets gebeurt. Het doet zelf niets
  • regel: als er een voorzetsel voor een zinsdeel staat, is het nooit een lijdend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting: meewerkend voorwerp

  • Is meestal een persoon, soms een ding.
  • Je zoekt eerst pv/wwg - ow - lv en dan mw. vw.
  • Vraag: aan of voor wie/wat + ow + wwg + lv


Slide 9 - Tekstslide

De docent stuurde de ouders een e-mail. Wat is het lijdend voorwerp? Leg uit!

Slide 10 - Open vraag

De docent stuurde de ouders een e-mail. Wat is het meewerkend voorwerp en leg uit!

Slide 11 - Open vraag

Max en Charles hebben de racerij een oppepper gegeven.
Geef ow, lv en mv.

Slide 12 - Open vraag

Zijn voorstel keurde het bestuur goed. Wat is het onderwerp en lijd. vw?

Slide 13 - Open vraag

Dit was een herhaling lv en mw
Maak de onderdelen lijdend en meewerkend voorwerp op Taalblokken grammatica 3F.

Slide 14 - Tekstslide