2.2 Revoluties in Noord-Amerika en Frankrijk (1776-1813) - Amerikaanse Revolutie

2.2 Revoluties in Noord-Amerika en Frankrijk (1776-1813)
Examenkatern bladzijdes 42 t/m 48
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.2 Revoluties in Noord-Amerika en Frankrijk (1776-1813)
Examenkatern bladzijdes 42 t/m 48

Slide 1 - Tekstslide

Amerikaanse Revolutie - Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd 

Slide 2 - Tekstslide

Amerika in de 17e eeuw.

Slide 3 - Tekstslide

Caraïbisch gebied

- Plantage-economie: suiker (rum), tabak, koffie
- Slaven


Slide 4 - Tekstslide

Begin 17e eeuw startte de Engelse kolonisatie van Noord-Amerika.

Handelskolonie, maar al snel ook plantages en slavernij

Mensen trokken om allerlei redenen naar de 'Nieuwe Wereld' - beter leven, godsdienstvrijheid, criminelen, slaven.

1733 - dertien Britse koloniën in Noord-Amerika.

De Britten troeven andere Europese landen af en domineren Noord-Amerika.
De dertien koloniën in Amerika
Ontdekt door de Engelsman Henry Hudson en vanaf 1624 bekend onder de naam; Nieuw Amsterdam. Na de Engelse overname in 1664 bekend onder de naam New York
Mayflower
De Pilgrim Fathers of Pilgrims (Engels voor "pelgrims") waren een groep Engelse geloofspuriteinen die hun land verlieten onder druk van koning Jacobus I van Engeland. Een groot deel van deze Calvinistisch georiënteerde vluchtelingen nam de wijk naar Leiden in Nederland. Een aantal van hen voer in het begin van de 17e eeuw van Europa naar Amerika om daar in vrijheid een nieuw bestaan op te bouwen.
Hun invloed is nu nog groot. Ze zijn niet te verwarren met de Founding Fathers van de Verenigde Staten, maar wel hun voorgangers. Van hen stammen zeven presidenten van de VS af: Grant, Coolidge, Taylor, F.D. Roosevelt, George H.W. Bush, George W. Bush en Barack Obama.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen oorspronkelijke bevolking
  • Grond Indianen - native Americans- ingenomen

  • Europese ziektes -> Massale sterfte

  • Oorlogen met de kolonisten


Slide 7 - Tekstslide

Britten in oorlog met indianen en Fransen 1689-1763

  • Britten winnen, maar grote staatsschuld 

Slide 8 - Tekstslide


Omdat de strijd ging om Noord-Amerika vond de Engelse regering het niet meer dan logisch dat de kolonies meebetaalde aan het herstel van de financiën.

Belasting:
  • Belasting op suiker 1764 (Sugar act)
  • Drukwerk moest voorzien worden van zegel 1765 (Stamp act)

Dit zorgde voor een toename van Engelse douanebeambten, soldaten en schepen.

In ogen kolonisten wil Engeland; meer geld en grotere controle. De vrijheid leek hierdoor in gevaar te komen. Dit leidt tot discussie over vraag positie burger en vrijheid.
De groeiende onvrede

Slide 9 - Tekstslide

Ideeën verlichting bekend in de koloniën.

Situatie anders dan in Europa:
  • Geen adel, geen standenmaatschappij
  • Rol katholieke kerk bijna totaal afwezig, kolonies trokken veel protestanten (vanwege vervolgingen in Europa).

Discussie gaat over macht:
  • Het ideale staatsbestuur
  • Verhouding kolonies en Engeland
  • Beschermen vrijheid kolonies.

Ideeën verlichtingsdenkers komen voorbij, maar spelen aanvankelijk kleine rol. Men was vooral bezig met de macht van de Koning. Die zag men als een gevaar.

De invloed van de verlichting
Voorblad van Common Sense (Gezond verstand), een in 1776 wijdverspreid pamflet van de Amerikaan Thomas Paine waarin hij pleit voor Amerikaanse onafhankelijkheid van Engeland.

Slide 10 - Tekstslide

Committees of Correspondence

Omdat de kolonisten steeds meer geld aan de Britse schatkist moesten bijdragen, wilden ze ook vertegenwoordigd worden in het parlement in Londen. 

Naast plichten wilden ze ook rechten. Deze eis wordt niet ingewilligd. 


De kolonisten in verzet
Join, or Die – Beroemde politieke cartoon van Benjamin Franklin uit 1754 waarmee hij het gebrek aan eenheid van de Britse koloniën illustreerde, Franklin pleitte voor meer onderlinge samenwerking.
"No taxation without representation"

Slide 11 - Tekstslide

'Geen belasting zonder 
vertegenwoordiging'         

Slide 12 - Tekstslide

De gebeurtenissen volgen elkaar dan in hoog tempo op.

Stamp Act wordt ingetrokken, maar er komen al snel nieuwe belastingen.

In 1773 krijgt de Britse Oost-Indische Compagnie het monopolie op de invoer van thee. Met als gevolg dat vele theehandelaren in de kolonie failliet gaan. De onrust neemt steeds meer toe.

Boston Tea Party - kolonisten gooien lading schepen overboord uit protest.
De kolonisten in verzet

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Engelse autoriteiten reageren op de onrust. 

  • Verkiezingen worden verboden.
  • Stadsbestuur mag niet meer vergaderen
  • Haven Boston gesloten
  • De kolonie Massachusetts komt onder koninklijk toezicht.

De Committees of Correspondence (de comités) organiseren bijeenkomst in Philadelphia.

Zij vragen de Britse koning om rede, het terugdraaien van de maatregelen. 

De kolonisten in verzet
Intolerable Acts (1774)

Aanleiding

Slide 15 - Tekstslide

Koning van Engeland reageert afwijzend.

Als reactie richt het Comité een leger op onder leiding van de generaal George Washington.

Met de slag van Lexington beginnen in 1775 de gevechten tussen de kolonisten en de Engelsen.


De kolonisten in verzet

Slide 16 - Tekstslide

Internationale oorlog 
  • Vanaf 1778
  • Frankrijk, Spanje en De Republiek aan de kant van de Amerikanen

Slide 17 - Tekstslide

Met de verschijning van het pamflet Common Sense, van Thomas Paine, veroorzaakte een grote doorbraak in de strijd tegen de Engelsen.

Voor het eerst sprak men over 'Amerikanen', onafhankelijkheid en een eigen grondwet.

Vanaf dat moment schaarde een meerderheid van de kolonisten zich achter het streven voor onafhankelijkheid.

Onder leiding van leden van het comité; Franklin, Adams en Jefferson wordt er gewerkt aan een onafhankelijkheidsverklaring. 
De kolonisten in verzet

Slide 18 - Tekstslide

The founding fathers --> afhankelijk van de definitie, maar in ieder geval de eerste 4 presidenten 
George Washington (1789-1797)
John Adams
(1797-1801)
Thomas Jefferson
(1801-1809)
James Madison
(1808-1817)  
Benjamin Franklin
Alexander Hamilton

Slide 19 - Tekstslide

Op 4 juli 1776 riep het Amerikaanse congres de onafhankelijkheid uit.

Met een verwijzing naar het sociaal contract en het natuurrecht werd deze stap gerechtvaardigd.

Het Amerikaanse volk had het recht de banden met de Engelse koning te verbreken omdat er sprake was van een slecht bestuur.

Engelse accepteren onafhankelijkheid niet. Amerikanen krijgen hulp van de Fransen.

Met de vrede van Parijs in 1783 kwam er een einde aan de oorlog.
De onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet

Slide 20 - Tekstslide

In 1787 ging de eerste grondwet in werking. De VS werd een federatie bestaande uit dertien deelstaten.

Ideeën verlichting duidelijk herkenbaar:

  • macht bij burger - volkssoevereiniteit en indirecte democratie 

Trias politica:
  • wetgevende macht - congres
  • uitvoerende macht - president
  • rechtelijke macht - hooggerechtshof

George Washington gekozen tot eerste president.
De onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet

Slide 21 - Tekstslide

Met de geboorte van de VS leek een ideale verlichte staat te ontstaan, met de kernwaarden vrijheid en gelijkheid. Met name voor de witte mannen

Slavernij bleef bestaan tot 1865, pas na de burgeroorlog afgeschaft.

Grondgebied VS breidt zich steeds verder uit naar het westen, ten koste oorspronkelijke bewoners.

Ook vrouwen minder rechten, het emancipatieproces moest nog beginnen.

Gelijkheid bestond dus alleen op papier.
Idealen in de praktijk

Slide 22 - Tekstslide


Abolitionisme

  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'
  • Abolitionisten willen slavernij afschaffen
  • Het past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig, of het christendom: mensen moeten voor elkaar zorgen








John Gabriël Stedman (1744-1797) was een Schots-Nederlandse officier in de Schotse Brigade van het Nederlandse leger. Hij hielp bij het onderdrukken van een slavenopstand in Suriname. Hij werd verliefd op een slavin, en probeerde haar vrij te kopen. 

Over zijn ervaringen schreef hij een invloedrijk boek. Hierin bekommerde hij zich openlijk om de rechten van de tot slaafgemaakten, met name om de vraag of zij als mens behandeld moesten worden.

In dit boek verschenen dit soort afbeeldingen die ervoor zorgden dat de strijd van de abolitionisten steeds meer aandacht kreeg.

Slide 23 - Tekstslide

Het Noorden
overwegend industrie
Het Zuiden
overwegend  landbouw

Slide 24 - Tekstslide

Het Noorden
voor een federale regering
Het Zuiden
voor veel macht per staat

Slide 25 - Tekstslide

Het Noorden
"tegen" slavernij
Het Zuiden
voor slavernij

Slide 26 - Tekstslide

De VS splitsten zich op (1860)
Rood: Confederatie
Donkerblauw: Unie
Lichtblauw: Twijfel
Abraham Lincoln
Jefferson Davis

Slide 27 - Tekstslide


De Amerikaanse Burgeroorlog
1861-1865




  • De discussie over wél of geen slavernij leidt in de Verenigde Staten uiteindelijk voor een burgeroorlog tussen de Noordelijke Staten (zónder plantages en slavernij) en de Zuidelijke Staten (mét plantages en slavernij)
  • Uiteindelijk wint het Noorden en wordt slavernij in de hele VS afgeschaft.









    De Noordelijke Staten (blauw): zonder slaven
    De Zuidelijke Staten (rood): met slaven

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Tekstslide

    Gevolgen Burgeroorlog
    - Moord president Lincoln op 14 april 1865 
    - Wijzigingen in de grondwet (alle slaven worden vrij, krijgen burgerrechten en stemrecht)
    - Discriminatie tegen zwarte bevolking blijft (plaatselijke wetten in het Zuiden maken dit mogelijk door bijv. stemrecht afpakken) Invoering Jim Crow-wetten in het Zuiden (rassensegregatie) duurt tot 1965
    -  Oprichting Ku Klux Klan, geweld tegen zwarten en vrijgemaakte slaven, voorstanders van blanke suprematie 

    Slide 30 - Tekstslide