1.2 A

Politieke stromingen
Staatsinrichting van Nederland
Laptop en boek op de tafel
Log in op LessonUp
Tas op de grond
Mobiel in de tas
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Politieke stromingen
Staatsinrichting van Nederland
Laptop en boek op de tafel
Log in op LessonUp
Tas op de grond
Mobiel in de tas

Slide 1 - Tekstslide

§1.2
Politieke stromingen
A
Een liberaal parlement
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
B
Sociale kwestie en schoolstrijd
Leerdoel:
Je kan beschrijven dat aanhangers van de verschillende politieke stromingen niet hetzelfde dachten over bijzonder onderwijs en de sociale kwestie
Begrippen:
industriële revolutie
verstedelijking
sociale kwestie
C
Stromingen organiseren zich
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe politieke stromingen zich onderling steeds meer gingen onderscheiden.
Begrippen:
emancipatie
verzuiling
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
 
sociale wetten
schoolstrijd

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Aan de slag
Pak de leertekst van Paragraaf 2a erbij. 
Maak opdracht 1 tm 4 van de "leerdoelen"
Daarna bespreken we ze

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen
met wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpenmet wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen
met wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken

Slide 6 - Tekstslide

  • Nederland was vanaf 1848 een parlementaire democratie, maar lang niet iedereen mocht stemmen.
  • Alleen rijke mannen, die rijk genoeg waren om bepaald bedrag aan belasting te betalen mochten stemmen in 1848. Dat was ongeveer 11% van de volwassen mannen.
  • Veel rijke mannen stemden op de liberalen. Zij hadden dan ook de macht in het parlement

  • De socialisten wilden het anders. Zij wilden algemeen kiesrecht 
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
 
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Aan de slag met de opdrachten
Maak opdracht 1 tm 6 
Klaar oefenboek

Slide 8 - Tekstslide

Afronding

Slide 9 - Tekstslide

Liberalen
Confessionelen
Socialisten
''Er moet zoveel mogelijk gelijkheid zijn''

Slide 10 - Sleepvraag

Socialisten
Protestanten
Katholieken
Liberalen

Slide 11 - Sleepvraag

Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse
Vrijheid

Slide 12 - Sleepvraag

Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe noemen we het kiesrecht wat er was vanaf 1848?
A
censakiesrecht
B
kensuskiesrecht
C
censuskiesrecht
D
cenkuskiesrecht

Slide 14 - Quizvraag

Waarvoor stemmen wij?
(burgers van 18 jaar en ouder)
A
Parlement
B
Europees Parlement
C
Gemeenteraad
D
Provinciale Staten

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Dankzij het censuskiesrecht mocht iedereen stemmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De politieke stroming die graag censuskiesrecht wilden behouden waren?
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Feministen

Slide 17 - Quizvraag