Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpenmet wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
Slide 6 - Tekstslide
Nederland was vanaf 1848 een parlementaire democratie, maar lang niet iedereen mocht stemmen.
Alleen rijke mannen, die rijk genoeg waren om bepaald bedrag aan belasting te betalen mochten stemmen in 1848. Dat was ongeveer 11% van de volwassen mannen.
Veel rijke mannen stemden op de liberalen. Zij hadden dan ook de macht in het parlement
De socialisten wilden het anders. Zij wilden algemeen kiesrecht
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
liberalisme
socialisme
confessionalisme
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement
censuskiesrecht
algemeen kiesrecht
Aan de slag met de opdrachten
Maak opdracht 1 tm 6
Klaar oefenboek
Slide 8 - Tekstslide
Afronding
Slide 9 - Tekstslide
Liberalen
Confessionelen
Socialisten
''Er moet zoveel mogelijk gelijkheid zijn''
Slide 10 - Sleepvraag
Socialisten
Protestanten
Katholieken
Liberalen
Slide 11 - Sleepvraag
Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse
Vrijheid
Slide 12 - Sleepvraag
Tekst
socialisme
katholieken
liberalen
protestantse
Slide 13 - Sleepvraag
Hoe noemen we het kiesrecht wat er was vanaf 1848?
A
censakiesrecht
B
kensuskiesrecht
C
censuskiesrecht
D
cenkuskiesrecht
Slide 14 - Quizvraag
Waarvoor stemmen wij? (burgers van 18 jaar en ouder)
A
Parlement
B
Europees Parlement
C
Gemeenteraad
D
Provinciale Staten
Slide 15 - Quizvraag
Waar of niet waar: Dankzij het censuskiesrecht mocht iedereen stemmen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
De politieke stroming die graag censuskiesrecht wilden behouden waren?