Schaatsen

schaatsen
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

schaatsen
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

sneeuw

Slide 3 - Tekstslide

ijs

Slide 4 - Tekstslide

Doel
                              winterkleding

Slide 5 - Tekstslide

handschoenen

Slide 6 - Tekstslide

sokken

Slide 7 - Tekstslide

muts

Slide 8 - Tekstslide

trui

Slide 9 - Tekstslide

vest

Slide 10 - Tekstslide

sjaal

Slide 11 - Tekstslide

winterjas

Slide 12 - Tekstslide

broek

Slide 13 - Tekstslide

Voorwerp
    winterkleding
trui
broek
winterjas
vest
      muts
       sjaal
handschoen
     sokken

Slide 14 - Tekstslide

Hoe
           welke    kleren          zijn            winterkleren?
   sandaal
       sjaal
        trui
      topje

Slide 15 - Tekstslide

Hoe
           welke    kleren          zijn            winterkleren?
     broek
     broek
      muts
 zomerjurk

Slide 16 - Tekstslide

Hoe
           wat            zijn          geen            winterkleren?
       trui
      muts
      topje
   sandaal

Slide 17 - Tekstslide

Hoe
           wat            zijn          geen            winterkleren?
handschoen
     broek
 zomerjurk
  winterjas

Slide 18 - Tekstslide

Wat is geen winterkleding?
A
muts
B
uniform
C
sjaal
D
handschoenen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de pet en de jas
B
de muts en de jas
C
de muts en de sjaal
D
de pet en de sjaal

Slide 20 - Quizvraag


A
de muts
B
de warm
C
het muts
D
de moets

Slide 21 - Quizvraag

Ze draagt een sjaal.
A
Juist
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag


A
de broek
B
de jas
C
de jurk
D
de sjaal

Slide 23 - Quizvraag

friese doorlopers

Slide 24 - Tekstslide

noren

Slide 25 - Tekstslide

kunstschaatsen

Slide 26 - Tekstslide

hockeyschaats

Slide 27 - Tekstslide

Wat is haar hobby?
A
schaatsen
B
skaten
C
ijsskaten
D
ijsrennen

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heten deze schaatsen?
A
Kunstschaatsen
B
Hockey schaatsen
C
Zweeden
D
Noren

Slide 29 - Quizvraag


schaatsen
A
B

Slide 30 - Quizvraag

Kan je altijd schaatsen in de winter?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

Wij schaatsen in de .............
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 32 - Quizvraag

Waar kan je op schaatsen?
A
Op een ijs
B
Op een ijsje
C
Op een ijsbaan

Slide 33 - Quizvraag

Hij ..... op het ijs. (schaatsen)
A
schaatst
B
schaats
C
schaatsen

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn dit voor schaatsen?
A
kunstschaatsen
B
hockeyschaatsen
C
Zweden
D
Rolschaatsen

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heten deze schaatsen?
A
Klapschaatsen
B
Heren schaatsen
C
Hockey schaatsen
D
Noren

Slide 36 - Quizvraag

En deze schaatsen dan?
A
Finse houtjes
B
Friese doorlopers
C
Zweedse klompjes
D
Hollandse vastlopers

Slide 37 - Quizvraag

Wat heb je nodig om ijshockey te kunnen spelen?
A
B
C
D

Slide 38 - Quizvraag