Thema 3 (Ordening)

Thema 3 (Ordening)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Thema 3 (Ordening)

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noem je een ééncellige schimmel?

Slide 2 - Open vraag

Noem twee voedingsmiddelen (eten/drinken) dat je kan maken met schimmels (gist)?

Slide 3 - Open vraag

Een bacterie is ALTIJD ééncellig
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een schimmels kan ééncellig en meercellig zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Noem 2 goede eigenschappen van bacteriën en schimmels.

Slide 6 - Open vraag

Champignons behoren tot het rijk van de ....
A
schimmels
B
bacteriën

Slide 7 - Quizvraag

Welke organismen kun je doden met het medicijn antibiotica
A
schimmels
B
bacteriën

Slide 8 - Quizvraag

Een zeester is ...
A
tweezijdig symmetrisch
B
veelzijdig symmetrisch
C
niet symmetrisch

Slide 9 - Quizvraag

De mens valt onder het rijk van de dieren. Cellen van mens en dier hebben ...... celwand
A
Wel
B
Geen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe planten bacteriën zich voort?

Slide 11 - Open vraag

Hoe planten schimmels zich voort?

Slide 12 - Open vraag

Hoe plant de spar (boom) zich voort?
A
Zaden
B
Sporen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe plant de varen zich voort?
A
Zaden
B
Sporen

Slide 14 - Quizvraag

Sporenplanten hebben wel of geen bloemen.
A
wel bloemen
B
geen bloemen

Slide 15 - Quizvraag

Zaadplanten hebben wel of geen bloemen?
A
wel bloemen
B
geen bloemen

Slide 16 - Quizvraag

Welk organisme heeft bladgroenkorrels in de cellen?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 17 - Quizvraag

Noem 1 negatieve slechte eigenschap van bacteriën en schimmels

Slide 18 - Open vraag

Wanneer behoren dieren/planten tot dezelfde soort?

Slide 19 - Open vraag

Hoe noem je ééncellige planten?
A
bacterien
B
mos
C
algen
D
wieren

Slide 20 - Quizvraag

Een mossel heeft een uitwendig skelet
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Noem een dier met een inwendig skelet

Slide 22 - Open vraag

Noem twee manieren hoe je kan/gaat leren voor de biologie toets.

Slide 23 - Open vraag

Welk cijfer ga je halen voor de toets?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 24 - Poll