H4: bijwoord

Bijwoord
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijwoord

Slide 1 - Tekstslide


C'est un bon policier. (bon)
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quizvraag


J'ai bien compris cet exercice. (bien)
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quizvraag


Cette voiture roule très vite. (vite)
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quizvraag


J'ai un fauteuil confortable. (confortable)
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quizvraag

Je suis assis confortablement dans mon fauteuil. (confortablement)
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

Les enfants courent rapidement.

Het bijwoord zegt iets over....
A
een zin
B
een werkwoord
C
een bijvoeglijk naamwoord
D
een ander bijwoord

Slide 7 - Quizvraag

Naturellement, il se lave tous les jours.

Het bijwoord zegt iets over....
A
een zin
B
een werkwoord
C
een bijvoeglijk naamwoord
D
een ander bijwoord

Slide 8 - Quizvraag

Ces chaussures sont extrêmement chères.

Het bijwoord zegt iets over....
A
een zin
B
een werkwoord
C
een bijvoeglijk naamwoord
D
een ander bijwoord

Slide 9 - Quizvraag

Hoe maak je van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord?

Slide 10 - Open vraag

Wat doe je wanneer het bijvoeglijk naamwoord op een medeklinker eindigt zoals 'exact'.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het bijwoord van: lent?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het bijwoord van 'vrai'?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het bijwoord van 'heureux'?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het bijwoord van 'doux'?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het bijwoord van 'bon'?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het bijwoord van 'mauvais'?

Slide 17 - Open vraag

H4: corrige les exercices 11A+B (réponses sur Classroom). Après tu vas faire ex. 12+13

A4: corrige les exercices 11A+B (réponses sur Classroom). Après tu choisis ex



Slide 18 - Tekstslide