Engels havo 2 lesson 1 term 3

Welcome to English class!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome to English class!

Slide 1 - Tekstslide

How did your tests go?

Slide 2 - Open vraag

Program for today
1) Term 3: toetsing + IMYC
2) Start unit 3

Slide 3 - Tekstslide

Term 3
New Interface unit 3
- SO: Reading comprehension
- PW: Language
- IMYC: Writing a speech

Slide 4 - Tekstslide

Present Simple
What do you remember?
Remember we studied this in term 1 :-)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een vorm van de present simple?
A
He is walking
B
He doing walk
C
He walks
D
He don't walk

Slide 6 - Quizvraag

She always ..... (to ask) me questions about Maths.

Slide 7 - Open vraag

Hoe maak je een ontkenning in de present simple?
A
don't / doesn't
B
haven't / hasn't
C
can't
D
not achter het werkwoord zetten

Slide 8 - Quizvraag

present simple

Slide 9 - Tekstslide

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous?

Slide 10 - Tekstslide

Present continuous
De present continuous is ook een tegewoordige tijd.

Wanneer gebruik je de present continuous?
Je gebruikt de present continous als iets nu gebeurt.

Slide 11 - Tekstslide

Present Continuous 

Wat zijn de signaalwoorden van de present continuous?

Slide 12 - Tekstslide

Present continuous: signaalwoorden

(right) now, at the moment

Slide 13 - Tekstslide

Present Continuous: de stappen
"Op dit moment":  "hij is de koeien aan het melken"
Onderwerp + 'to be' + werkwoord+ing

1. Onderwerp
2. 'to be'
3. Werkwoord
4. +ing 


He is milking the cows. 

Slide 14 - Tekstslide

Op dit moment: Ik ben de hond aan het uitlaten
1. Onderwerp: I 
2. to be: am
3. werkwoord + ing: walking (the dog)


I am walking the dog. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen present simple en present continuous?
 
I walk my dog every morning.

 
I am walking my dog right now. 

Slide 16 - Tekstslide

Present Simple

Iets gebeurt altijd, nooit of regelmatig.

Ik werk elke maandag. 
I work every Monday. 

Ik hou van appels.
I love apples. 

Ze heeft iedere zaterdag piano les.
She takes piano classes every Saturday.


Present Continuous

Iets gebeurt op dit moment.

Ik ben aan het werk. 
I am working.

Ik ben een appel aan het eten. 
I am eating an apple.

Ze is aan piano aan het spelen.
She is playing piano. 

Slide 17 - Tekstslide

Vragen en ontkennen
I am working. 
Am I working? 
I am not working.

She is playing piano. 
Is she playing piano? 
She is not playing piano. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Present simple: signaalwoorden

always, never, often, usually, regularly, sometimes, hardly ever

Slide 20 - Tekstslide

Present continuous: signaalwoorden

(right) now, at the moment, listen!, look!

Slide 21 - Tekstslide

Present Continuous
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden voor de present continuous?
A
now, at the moment
B
already, yet, since, for, just
C
last week, in 1962, three years ago
D
always, ever, never, often, usually, every day

Slide 23 - Quizvraag

Present Continuous

We ... (to learn) about the present continuous.
A
are learning
B
learn
C
am learning
D
learns

Slide 24 - Quizvraag

Time to work!
Homework:
- Study the words in unit 3 lessons 1 + 2 (Quizlet)
- Workbook pg. 82 exercise 2 + 3 + 5a + 6 + 7 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide