Engels vwo 2 lesson 6 term 2

Welcome to English!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome to English!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Present Continuous: de stappen
"Op dit moment":  "hij is de koeien aan het melken"
Onderwerp + 'to be' + werkwoord+ing

1. Onderwerp
2. 'to be'
3. Werkwoord
4. +ing 


He is milking the cows. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil? 
 
I walk my dog every morning.

 
I am walking my dog right now. 

Slide 14 - Tekstslide

Op dit moment: Ik ben de hond aan het uitlaten
1. Onderwerp: I 
2. to be: am
3. werkwoord + ing: walking (the dog)


I am walking the dog. 

Slide 15 - Tekstslide

Present Simple

Iets gebeurt altijd, nooit of regelmatig.

Ik werk elke maandag. 

Ik hou van appels.

Ze heeft iedere zaterdag piano les.


Present Continuous

Iets gebeurt op dit moment.

Ik ben aan het werk. 

Ik ben een appel aan het eten. 

Ze is aan piano aan het spelen.

Slide 16 - Tekstslide

Present Simple

Iets gebeurt altijd, nooit of regelmatig.

Ik werk elke maandag. 
I work every Monday. 

Ik hou van appels.
I love apples. 

Ze heeft iedere zaterdag piano les.
She takes piano classes every Saturday.


Present Continuous

Iets gebeurt op dit moment.

Ik ben aan het werk. 
I am working.

Ik ben een appel aan het eten. 
I am eating an apple.

Ze is aan piano aan het spelen.
She is playing piano. 

Slide 17 - Tekstslide

Present Continuous
Herhaling van de present continuous

Slide 18 - Tekstslide

Vragen en ontkennen
I am working. 
Am I working? 
I am not working.

She is playing piano. 
Is she playing piano? 
She is not playing piano. 

Slide 19 - Tekstslide

Present simple: signaalwoorden

always, never, often, usually, regularly, sometimes, hardly ever

Slide 20 - Tekstslide

Present continuous: signaalwoorden

(right) now, at the moment, listen!, look!

Slide 21 - Tekstslide

Present Continuous
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.

Slide 22 - Quizvraag

Present Continuous
Welke zinnen staan in de Present Continuous? Selecteer ze allemaal!
A
Cathy is always yawning during our test.
B
Most birds love eating insects.
C
Teemo has been slaying my teammates all day!
D
Dad is driving to work as we speak.

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden voor de present continuous?
A
now, at the moment
B
already, yet, since, for, just
C
last week, in 1962, three years ago
D
always, ever, never, often, usually, every day

Slide 24 - Quizvraag

Present Continuous

We ... (to learn) about the present continuous.
A
are learning
B
learn
C
am learning
D
learns

Slide 25 - Quizvraag

Time to work!
Homework:
- Study the words in unit 3 lessons 1 + 2
- Workbook pg. 82 exercise 2 + 3 + 5 + 6 + 7 + 8

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide