Een partij heeft nooit meer dan de helft van alle zetels
MOET daarom samenwerken
Er moeten compromissen gesloten worden
Geven en nemen. Onderhandelen.
Bijvoorbeeld:
Je vader wil dat je om 22:00 thuis bent, jij om 00:00. Jullie
spreken uiteindelijk af dat je om 23:00 thuis moet zijn.