4.2 Wat valt er te kiezen?

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

4.2 Wat valt er te kiezen?

Slide 3 - Tekstslide

      Planning
0-5      min:    Opstarten 
0-20    min:    herhaling + uitleg + lesson-up
20-30  min:   Jongeren stemwijzer
30-55 min:   Zelfstandig werken.... of docu... 
55-60 min:    Afsluiten

Einde van de les snap je wat links en rechts beteken

timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

      Afspraken
  1. Telefoon in kluis, oortjes uit
  2. Juiste spullen voor je
  3. Tassen op de grond
  4. Zitten volgens plattegrond 
  5. Stil tijdens uitleg
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

       Herhaling
Algemeen belang? 

Democratie? 

Referendum? 

Directe en indirecte democratie?
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

       Huiswerk
Wat vinden jullie belangrijk? 


timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Maken

www.jongerenstemtest.nl 

Ben jij rechts of links? 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
start 4.2 

Slide 14 - Tekstslide

3.1 Wat is Politiek?
Aan het einde van de les kunnen jullie...
• In eigen woorden uitleggen wat het begrip ‘Politiek’ inhoudt. 
• Uitleggen waarom in de Politiek het algemeen belang boven het persoonlijk belang.
• Beargumenteren welke belangen vallen onder het algemeen of persoonlijk belang.

Slide 15 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het begrip
"Politiek"

Slide 16 - Open vraag

Politiek
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten waardoor een land, provincie of gemeente bestuurd kan worden. 

Slide 17 - Tekstslide

De overheid
Dat zijn alle politici en ambtenaren samen

Wat is het verschil tussen politici en ambtenaren?

Slide 18 - Tekstslide

Algemeen belang
Zijn zaken die voor heel veel mensen belangrijk zijn. 

Voorbeeld: Onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid.

Slide 19 - Tekstslide

      Aan de slag
Paragraaf 4.1 maken.

Niet af? Huiswerk voor morgen

timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Algemeen belang

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Video

Directe democratie

Als inwoner zelf mag je stemmen over een nieuwe wet of probleem.


Voorbeeld hoe we dat kunnen is door middel van een referendum (Dit is een volksstemming over een belangrijk onderwerp)

Indirecte democratie

In een indirecte democratie mogen wij stemmen op volksvertegenwoordigers. Die namens ons beslissingen maak

Slide 23 - Tekstslide

Inkomsten
Uitgave

Slide 24 - Tekstslide

In een directe democratie kan je een referendum houden of stem je op een onderwerp als burger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

      Aan de slag
Paragraaf 4.1 maken.

Niet af? Huiswerk voor morgen

timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

In een Indirecte democratie stemt de burger op volksvertegenwoordiging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

      Planning
0-5 min:       opstarten 
5-15    min:   Journaal
15-25  min:  Uitleg
35-55 min:  Opdracht (in groepjes)
55-60 min:  afsluiten



timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

      Afspraken
  1. Telefoon in kluis, oortjes uit
  2. Juiste spullen voor je
  3. Tassen op de grond
  4. Zitten volgens plattegrond 
  5. Stil tijdens uitleg
timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide

      Journaal

Opdracht: welke onderwerpen hebben
met politiek te maken? en waarom?
timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide

     Weet je nog?
Linkse partijen en rechtse partijen

timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

     Na de verkiezingen
Een partij heeft nooit meer dan de helft van alle zetels
MOET daarom samenwerken

Er moeten compromissen gesloten worden
Geven en nemen. Onderhandelen. 
Bijvoorbeeld: 
Je vader wil dat je om 22:00 thuis bent, jij om 00:00. Jullie 
spreken uiteindelijk af dat je om 23:00 thuis moet zijn. 

timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide

     Bezuinigen of niet? 
In de politiek worden beslissingen 
genomen over geld

Als er minder geld gaat naar een 
onderwerp, bijvoorbeeld onderwijs of het leger, 
noemen we dat bezuinigen. 
timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht: jij bent de baas
Jullie gaan bepalen waar Nederland het geld aan uitgeeft.
1.  Maak groepjes van 2 personen.
2.  Bedenk een partijnaam.
3.  Lees de opdracht goed door.
4.  Vul het formulier helemaal in.

Probeer elkaar te overtuigen! Discussie is goed!
Klaar? Lever in en maak de opdrachten van 3.2



timer
1:00

Slide 37 - Tekstslide

Afsluiten

Slide 38 - Tekstslide

     Bezuinigen of niet? 
In de politiek worden beslissingen 
genomen over geld

Als er minder geld gaat naar een 
onderwerp, bijvoorbeeld onderwijs of het leger, 
noemen we dat bezuinigen. 
timer
1:00

Slide 39 - Tekstslide