Oefenen taak 4 en 5 V2A

Verwering
Hoog in de bergen is het koud. Water dat overdag ontdooit, bevriest 's nachts weer. Het ijs wordt dikker en maakt scheuren in de stenen. Het gevolg is dat stukken steen afbreken. Dit noem je verwering.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verwering
Hoog in de bergen is het koud. Water dat overdag ontdooit, bevriest 's nachts weer. Het ijs wordt dikker en maakt scheuren in de stenen. Het gevolg is dat stukken steen afbreken. Dit noem je verwering.

Slide 1 - Tekstslide

De gevolgen van water dat stroomt.
Overdag smelt ijs aan de top van de berg. Dit water stroomt naar beneden in beekjes en rivieren. De stukken rots die van de berg afvallen, komen in het water terecht. De beekjes en rivieren nemen dit materiaal (zand, stenen) mee. Dit noem je transport.

Slide 2 - Tekstslide

Erosie
Rivierwater stroomt richting de zee. Het water neemt zand en stenen mee en slijt alles onderweg af. Dit noem je erosie.

Slide 3 - Tekstslide

Erosie door wind

Slide 4 - Tekstslide

Sedimentatie
Rivieren nemen materiaal mee met de stroming, helemaal tot aan Nederland. Hier stromen de rivieren langzaam. Het zand en de steentjes zakken naar de bodem en blijft liggen. Dit noem je sedimentatie.

Slide 5 - Tekstslide

Sedimentatie
Verwering
Erosie
Transport
Brokken steen die uit elkaar vallen.
Water dat zand en grond meeneemt.
Water dat zand en grond neerlegt.
Water dat fijn materiaal uitschuurt.

Slide 6 - Sleepvraag

Oorzaken en gevolgen
Een oorzaak is de reden waardoor er iets gebeurt.

Een gevolg geeft aan wat het effect van iets is.

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken
Bij oorzaken stel je de waarom-vraag.
Waarom vallen er stukken steen van de berg?
Het antwoord op de vraag is dan een oorzaak.
Omdat het water bevriest en groter wordt.

Oorzaken komen altijd eerder in de tijd dan gevolgen.
Signaalwoorden voor oorzaken zijn: doordat, omdat, door, veroorzaakt, oorzaak.

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen
Een gevolg komt altijd pas later als er iets gebeurt.
De rotsen vallen van de berg ; dat is een gevolg.
Signaalwoorden voor gevolg zijn: daardoor, dus, met als gevolg, hierdoor, gevolg.

Slide 9 - Tekstslide

Een gevolg komt voor een oorzaak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een oorzaak geeft een reden aan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Stenen die van bergen vallen, zijn een oorzaak van verwering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Doordat het water smelt, stroomt er water van de berg af.
Wat is de oorzaak in deze zin?

Slide 13 - Open vraag

Er ontstaan beekjes en rivieren, omdat er water van de berg afstroomt.
Wat is het gevolg in deze zin?

Slide 14 - Open vraag

De rivier neemt materiaal mee, omdat het water stroomt.
Wat is de oorzaak in deze zin?

Slide 15 - Open vraag

Klimaat
Het weer in Nederland is heel anders dan in Marokko.  Daar schijnt de zon vaker en valt er minder neerslag.
Als je kijkt naar het gemiddelde weer dan praat je over klimaat.
Klimaat gaat over een lange tijd en een groot gebied.

Slide 16 - Tekstslide

Het weer verandert elke dag.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Het klimaat verandert elke dag.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Nederland heeft een koel klimaat.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Vandaag is het klimaat zonnig.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

Klimaatgrafiek
Het klimaat kun je goed laten zien in een grafiek. Je ziet hier aan de rode lijn wat de temperatuur was. Aan de staafjes kun je zien hoeveel het geregend heeft.

Slide 21 - Tekstslide

Gebruik de atlas.
Ga naar bladzijde 114. Hier zie je klimaatgrafieken van verschillende plaatsen. De volgende vragen gaan over die grafieken.

Slide 22 - Tekstslide

In welke stad regent het het meeste?
A
Paramaribo
B
Cherrapunji
C
Chennai
D
Khartoum

Slide 23 - Quizvraag

Waar wordt het in de winter bijna -20 graden?
A
Amsterdam
B
Khartoum
C
Irkutsk
D
Paramaribo

Slide 24 - Quizvraag

Waar is het nooit kouder dan 20 graden?
A
Athene
B
Irkutsk
C
Wellington
D
Chennai

Slide 25 - Quizvraag

En waar regent het het minste?
A
Santiago
B
Athene
C
Khartoum
D
Cherrapunji

Slide 26 - Quizvraag

Waarvan hangt het klimaat af?
De aarde is te verdelen in twee delen; noord en zuid. De grens ertussen noem je de evenaar.
Het klimaat wordt beïnvloed door:
  •  de afstand tot de evenaar.
  •  de afstand tot de Noord - of Zuidpool.
  • de hoogte van een gebied.
  • de afstand tot de zee.

Slide 27 - Tekstslide

erosie

Slide 28 - Woordweb

sedimentatie

Slide 29 - Woordweb

transport

Slide 30 - Woordweb

verwering

Slide 31 - Woordweb

evenaar

Slide 32 - Woordweb

klimaat

Slide 33 - Woordweb

Vrijdag 4 februari
Toets taak 4 en taak 5

Slide 34 - Tekstslide