HV2A Grammatica A woordsoorten znw/lw/bnw

Welkom
Ga rustig op je plaats zitten en pak je spullen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig op je plaats zitten en pak je spullen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Doel: 
- Je leert hoe de jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld en hoe verhaalpersonages per tijdsperiode verschillen.
-Je leert hoe je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden herkent.
Programma:
- Lezen (10 minuten)
-  Klassikaal  bespreken de woordenlijst op pagina 8 van je oefenboek (5 minuten)
- Zelfstandig opdracht 3 t/m 6 nakijken > kom bij me langs om het huiswerk te laten zien daarna krijg je een antwoordblad om het na te kijken (5 minuten)
-  Klaar met nakijken? Lezen in je leesboek
-  Instructie woordsoorten: zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden (10 minuten)
- Aan de slag met opdracht  1 en 2 op pagina 94 van je oefenboek


Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Je gaat 10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Woordenlijst
Klassikaal de woordenlijst op pagina 8 van je oefenboek bespreken
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten nakijken
Zelfstandig opdracht 3 t/m 6 nakijken > kom bij me langs om het huiswerk te laten zien daarna krijg je een antwoordblad om het na te kijken. Klaar met nakijken? Lezen in je leesboek 
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord (znw)
  • Een zelfstandig naamwoord verwijst naar een mens, dier, plant, begrip of eigennaam. 
  •  Kenmerken: meestal staat er een lidwoord voor, je kunt er een meervoud/een verkleinwoord van maken, je kunt er die /dat voorzetten.  
  • Andere talen: in het Duits schrijf je een zelfstandig naamwoord met met een hoofdletter

Slide 6 - Tekstslide

Lidwoorden (lw)
  • De (bepaald lidwoord)
  • Het (bepaald lidwoord)
  • Een (onbepaald lidwoord)
  • De vader en het kind zitten in een vliegtuig
  • Andere talen: in het Engels één bepaald en twee onbepaalde lidwoorden (the, a, an). In het Frans drie bepaalde (le, la, les) en drie onbepaalde lidwoorden (un, une, des)

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
  • Het bijvoeglijk naamwoord voegt iets toe aan het zelfstandig naamwoord:
  • De auto - De grijze auto - De kleine, grijze, gekochte  auto - De kleine, vieze, grijze auto- De kleine, vieze, oude, grijze auto- De auto is grijs- Ik wil een grijze!
  • Andere talen: in het Frans staat een bijvoeglijk naamwoord achter een zelfstandig naamwoord (la femme intelligente)

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
 Aan de slag met opdracht 1 en 2 op pagina 94 van je oefenboek

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk voor vrijdag 13 september
Maken: opdracht 1 en 2 op pagina 94 van je oefenboek.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig op je plaats zitten en pak je spullen

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag
Doel : Je leert hoe je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden herkent.
Programma:
- Lezen (10 minuten)
- Zelfstandig je huiswerk nakijken ( 5 minuten). 
- Quiz time (15 minuten)
- Volgende les: werkwoordsvormen
- Huiswerk  voor de volgende les

Slide 13 - Tekstslide

Lezen
1e boek dient in de herfstvakantie uit te zijn!!!
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 en 2  op pagina 94 van je oefenboek
Kom langs met je huiswerk en neem een antwoordblad mee
Klaar met nakijken? Lezen in je leesboek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit COCA COLA drinken bij de computer
A
zelfstandig naamwoord (znw
B
bijvoeglijk naamwoord (bnw)
C
lidwoord (lw)

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar DE winkel.
A
zelfstandig naamwoord (znw
B
lidwoord (lw)
C
bijvoeglijk naamwoord (bnw)

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar mijn GEZELLIGE huis.
A
zelfstandig naamwoord (znw)
B
lidwoord (lw)
C
D
bijvoeglijk naamwoord (bnw)

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (znw) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 20 - Open vraag

Heb je het volgende doel bereikt:
Ik weet hoe je zelfstandig naamwoorden herkent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Heb je het volgende doel bereikt:
Ik weet hoe je lidwoorden herkent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Heb je het volgende doel bereikt:
Ik weet hoe je bijvoeglijke naamwoorden herkent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Volgende les
Werkwoordsvormen

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk maandag 16 september
 Lezen: de paragraaf op pagina 162-163 van je handboek.
Maken: opdracht 3, 4, 5 en 7 op pagina 94/95 van je oefenboek.

Slide 25 - Tekstslide