Doel:
- Je leert hoe de jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld en hoe verhaalpersonages per tijdsperiode verschillen.
-Je leert hoe je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden herkent.
Programma:
- Lezen (10 minuten)
- Klassikaal bespreken de woordenlijst op pagina 8 van je oefenboek (5 minuten)
- Zelfstandig opdracht 3 t/m 6 nakijken > kom bij me langs om het huiswerk te laten zien daarna krijg je een antwoordblad om het na te kijken (5 minuten)
- Klaar met nakijken? Lezen in je leesboek
- Instructie woordsoorten: zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden (10 minuten)
- Aan de slag met opdracht 1 en 2 op pagina 94 van je oefenboek