Hoofdstuk 5.1 t/m 5.3 Media

Maatschappijleer 
Hoofdstuk 5 Media
5.1 Hoe communiceer je?
5.2 Verschillende soorten media
5.3 Nieuw
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer 
Hoofdstuk 5 Media
5.1 Hoe communiceer je?
5.2 Verschillende soorten media
5.3 Nieuw

Slide 1 - Tekstslide

Je communiceert wanneer je:
A
Je broodje eet
B
Zwaait naar iemand
C
Een filmpje kijkt
D
Muziek luistert

Slide 2 - Quizvraag

Als Pietje een whatsapp bericht stuurt naar Klaasje, dan is Pietje:
A
De zender
B
De informatie
C
De ontvanger
D
Het middel / het medium

Slide 3 - Quizvraag

Als Pietje een whatsapp bericht stuurt naar Klaasje, dan is de telefoon:
A
De zender
B
De informatie
C
De ontvanger
D
Het middel / het medium

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van Media?
A
Je stripboek
B
Je oma
C
Televisie
D
Je weektaak

Slide 5 - Quizvraag

Wat is massamedia?
A
Televisie die door heel veel mensen gezien wordt
B
Televisie die door een paar mensen gezien wordt
C
Televisie die niet gezien wordt
D
Een zwart televisie beeld

Slide 6 - Quizvraag

Media gaat steeds meer:
A
Op papier (bv. kranten)
B
Digitaal (online)

Slide 7 - Quizvraag

NPO 1, 2 & 3 zijn
A
Publieke omroepen
B
Commerciële omroepen

Slide 8 - Quizvraag

Een commerciële omroep verdient geld door:
A
Belasting van de overheid
B
Cadeaus van kijkers
C
Ze verdienen geen geld
D
Reclames

Slide 9 - Quizvraag

Je gebruikt media voor:
nieuws en informatie, contacten, identiteit en....
A
Stress
B
Ontspanning

Slide 10 - Quizvraag

Via de media weet je wat er in Nederland gebeurd.
Dit is een vorm van:
A
Ontspanning
B
Nieuws en informatie
C
Contacten
D
Identiteit

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer is iets nieuws volgens de media?
A
Als het actueel is
B
Als het bijzonder is
C
Als het interessant is
D
Als het een bekend persoon is

Slide 12 - Quizvraag

Als prinses Amalia haar been breekt, is het nieuws omdat:
A
Ze 19 jaar is
B
Bijna niemand zijn been breekt
C
Ze een vrouw is
D
Ze een bekend persoon is

Slide 13 - Quizvraag

Ik vind dat het eten bij de McDonalds erg lekker is
A
Dit is een feit
B
Dit is een mening

Slide 14 - Quizvraag

Als je wilt weten of een bericht klopt, kijk je naar:
A
De bron, feiten en meningen
B
De bron, meningen en sprookjes
C
De bron, feiten en de schrijver
D
De bron, meningen en de plaatjes

Slide 15 - Quizvraag

Nepnieuws wordt gebruikt om:
A
Geld te verdienen
B
Te informeren
C
Blij te maken
D
Te beïnvloeden

Slide 16 - Quizvraag

Meer lessen zoals deze