TL: H1.2 KB H1.4 Inkomen van mensen

TL: H1.2 Inkomen van mensen

KB: H1.4 Inkomen van mensen


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

TL: H1.2 Inkomen van mensen

KB: H1.4 Inkomen van mensen


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  Je weet wat het verschil tussen bruto en nettoloon is.
  • Je weet wat besteedbaar inkomen is en hoe dit hoger of lager kan worden.
  • Je weet wanneer iemand in Nederland een modaal inkomen heeft, een minimuminkomen heeft en wat het sociaal minimum is.
  • Je weet wat het nationaal inkomen is en kunt via een Lorenzcurve zien hoe goed dit door de bevolking verdeeld is.

Slide 2 - Tekstslide

Noem twee vormen van inkomen

Slide 3 - Open vraag

Inkomen uit:
Arbeid
Loon, vakantiegeld en winst van een eigen bedrijf
Bezit 
Ontvangen huur van een huis en dividend van aandelen
Overdracht 
Zakgeld, uitkering, huur en zorgtoeslag

Slide 4 - Tekstslide

Het besteedbare inkomen 
  • Mensen krijgen een brutoloon van hun werkgever, maar het nettoloon is het daadwerkelijke salaris wat op de bankrekening komt van alle werknemers. 
  • Het Brutoloon is het salaris waarbij alle belastingen en premies nog afgehaald moet worden. Dit doet de werkgever voor je.
  • Het Nettoloon is het salaris wat je overhoudt, wanneer alle belastingen en premies betaalt zijn. Dit bedrag krijg je elke maand op je rekening gestort van de werkgever. 
  • Als je van het nettoloon alle kosten hebt betaalt die je moet betalen (zoals huur, de gasrekening en gemeentelijke belastingen) houdt je als het goed is nog wat geld over, dat je vrij kan uitgeven aan boodschappen, stappen enz. Dat gedeelte wat je overhoudt noemen we besteedbaar inkomen.  *

Slide 5 - Tekstslide

 Juist of onjuist? Sleep het juiste antwoord naar de stelling
A
B
C
Een werknemer ontvangt loon
Het brutoloon is meer dan het nettoloon
Een voltijdbaan heb je als je 34 of meer uren per week werkt
Juist
Juist
Juist
Onjuist
Onjuist
Onjuist

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe komt het dat inkomsten verschillen? 
  • Inkomsten verschillen doordat het salaris van mensen bepaalt wordt door: 
  • Hoeveel ervaring je hebt.
  • Wat voor opleiding je moet hebben afgerond.
  • Hoe zwaar, onaangenaam en risicovol het werk is.
  • Hoeveel tekorten er zijn voor bepaalde beroepen. *

Slide 7 - Tekstslide

Modaal, minimum of sociaal minimum loon
  • Het inkomen dat gemiddeld het meeste voorkomt, noemen we een modaal inkomen (in 2024 is dit € 3.395 euro per maand) 
  • Het inkomen dat je minimaal moet krijgen voor betaalt werk noemen we minimaal inkomen.  (in 2024 is dit € 2.389,44 per maand)
  • Tot slot is het sociaal minimum het loon wat je minimaal nodig hebt om ' normaal' te kunnen leven in Nederland. (2024 is dit € 2.133,60 per maand als je alleen woont) * 
  • (dit is de afgelopen 2 jaar met ongeveer 600 euro gestegen.)
Alle getallen zijn in brutoloon uitgedrukt 

Slide 8 - Tekstslide

Loonsverhoging berekenen
  • Meestal stijgt elk jaar je loon wel een beetje. De groeifactor van een loon geeft aan hoeveel procent je loon omhoog gaat.
  • Als de groeifactor van een loon 103 is betekent het dat je loon met 3% is gestegen. 
  • Dus om te kijken met hoeveel procent je loon is gestegen doe je de groeifactor - 100. 
  • Dit percentage kun je dan gebruiken om uit te reken hoeveel euro je nieuwe loon is.  
  • Dit doe je door:
  • Oude loon : 100 x percentage loonstijging. 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldvraag
De groeifactor van je loon is 104. Je verdiend voor de loonverhoging 2.450 euro. Wat is je nieuwe loon?
Rond af op hele euro's en vergeet het euroteken niet. (vul alleen het antwoord in.
Formule= oude loon : 100 x groeifactor te doen.

Slide 10 - Open vraag

Uitwerking voorbeeldvraag 
  • Voorbeeldvraag
  • De groeifactor van je loon is 104. Je verdiend voor de loonverhoging 2.450 euro. Wat is je nieuwe loon?
  • Rond af op hele euro's en vergeet het euroteken niet. (vul alleen het antwoord in.)
  • Formule= Oude loon : 100 x percentage loonstijging. 
  • Percentage loonstijging: 104 - 100= 4%
  • 2.450 : 100 x 4%= €98
  • 2.450 + 98 = €2.548

Slide 11 - Tekstslide

Het landelijke inkomen 
  • Het inkomen van alle inwoners van Nederland samen (door arbeid en bezit) heet het nationaal inkomen.
  • Het nationaal inkomen is niet altijd even goed verdeeld. 
  • Via een lorenzcurve kun je zien hoe het inkomen wordt verdeeld
  • Hoe rechter de lijn is hoe eerlijker het geld in een land is verdeeld.
  • De lorenzcurve geeft aan hoeveel procent het armste gedeelte van de bevolking verdient. *
  • Als de armste 75% 47% van het loon verdiend, hoeveel verdiend dan de rijkste 25% (zie info grafiek)?
  • De rijkste 25% krijgt dan 53%. Dat is namelijk het deel wat de armste 75% niet krijgt. 


Slide 12 - Tekstslide

Wat geeft de lorenzcurve aan?
A
De armste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
B
De armste 30 % van de mensen verdient 3 % van het inkomen
C
De rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
D
De armste 30 % van de mensen verdient 30 % van het inkomen

Slide 13 - Quizvraag

Economische groei 
  • De Nederlandse overheid kijkt hoe de economie groeit door naar het bbp te kijken.
  • Het BBP betekent bruto binnenlands product.
  • Het BBP geeft aan wat de waarde is van alle geproduceerde goederen en diensten in een land. 
  • Het BBP was in 2022 943,3 miljard euro in Nederland.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
BB: Maak opgave ??? gaan we even bekijken (ik heb geen BB boek) 
KB: Maak opgave 2, 3, 8, 12 van H1.4 (blz.22 t/m blz.25)
TL: Maak opgave 3, 5, 7, 10a van H1.2  (blz.14 t/m blz.17)

Slide 15 - Tekstslide