2.1 Krachten tekenen en zwaartepunt

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Krachten tekenen en het 

zwaartepunt (blz. 9)

Bluetooth 

- AAN

- VPN uit

Benodigdheden

- Boek en schrift

- Pen, potlood

- Rekenmachine

- iPad, geodriehoek

Cijfer

- NEE

Lessonup

- JA

Tassen in

de tassenkast

Telefoons in de telefoontas

Lesdoelen:

• Teken of schets een krachtendiagram.
• Geef aan wat een zwaartepunt is.

Een kracht tekenen

Een kracht heeft een

- grootte

- richting en

- aangrijpingspunt.

Een grootheid met deze eigenschappen wordt een vector genoemd.

Een kracht tekenen

Een kracht heeft een

- grootte

- richting en

- aangrijpingspunt.

Een grootheid met deze eigenschappen wordt een vector genoemd.

Krachtenschaal

Kies eerst een krachtenschaal, b.v. 1 cm      5 N

- Dat betekent dat een pijl met een lengte van 1 cm een kracht van 5 N voorstelt, en dus een lijn van 3 cm een kracht van 15 N voorstelt.

Voorbeeld

Teken een kracht van 20N naar rechts.

Zwaartepunt

Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is.

Een voorwerp zal omvallen als het 

zwaartepunt niet boven het steunvlak 

ligt.

Steunvlak

Wat hoeft een krachten tekening NIET te hebben?

1. Lengte
2. Dikte
3. Aangrijpingspunt
4. Richting

Waar is het zwaartepunt?

A

B

C

1. A
2. B
3. C

Maak opgave 5 (blz. 74)/ opgave 6 (blz 70)

Op de volgende DIA, VRAAG MET FOTO inleveren

Maak een foto van je antwoord op opdracht 5, en lever dit in.

Maak opgave 6 (blz. 74)/ opgave 7 (blz.70)

Maak opgave 7 (blz. 75)/ opgave 9 (blz. 71)

Maak opgaven 10 (blz. 75)

Soorten evenwicht

Voorwerpen blijven staan omdat 

het zwaartepunt zich boven het 

steunvlak bevindt.

Er zijn twee soorten evenwicht:

- Stabiel evenwicht

- Instabiel evenwicht

a) Bij een stabiel evenwicht keert een voorwerp terug naar de evenwichtsstand.

b) Bij instabiel evenwicht valt een voorwerp om

Maak opgaven 23 (blz. 22)

Maak opgaven 10 (blz. 72)

Maak opgaven 11 (blz. 72)

Wat heb je
vandaag geleerd?

Samenvatting:

• Een vector heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.
• Een pijl heeft dus lengte, richting en een pijlpunt.
• Zwaartepunt is het punt waarvan 

       de massa van het voorwerp in 

       evenwicht is.