NL_P2_Les3

Les 1 - Leesstrategieën 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 1 - Leesstrategieën 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoelen
  • Klassencode
  • Theorie hoofdgedachte
  • Zelfstandig aan de slag met Taalblokken
  • Nabespreken Taalblokken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een hoofdgedachte is en hoe je deze formuleert.
  • Je kan zelf een hoofdgedachte formuleren.

Slide 3 - Tekstslide

Klassencode
Zie instructie op Canvas: Tegel Nederlands > Modules > FAQ > Hoe voeg ik mijzelf toe aan de klas?

Klassencodes per groep:
  • SD2390A - 340398
  • SD2390B - 629518
  • SD2390C - 667542

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp
  • Elke tekst gaat over een onderwerp. 
  • Om het onderwerp te bepalen stel je jezelf de vraag: waar gaat deze tekst over? 
  • Het onderwerp kun je meestal al bepalen na verkennend lezen. 
  • Het onderwerp geef je weer in één of een paar woorden, bijvoorbeeld: gadget

Slide 5 - Tekstslide

Deelonderwerp
  • Ook van tekstdelen kun je het onderwerp bepalen.
    =>Je kijkt dan hoe het onderwerp van de tekst is verdeeld in deelonderwerpen. 
  • De schrijver van een tekst gebruikt soms tussenkopjes om de deelonderwerpen duidelijk te laten zien.
    => Bijvoorbeeld: Nieuwste apps, Oprolbare schermen, Zelfreinigende wc.

Slide 6 - Tekstslide

Verkennend lezen
  • Als je snel wilt weten wat voor soort tekst je voor je hebt, kun je de tekst verkennend lezen. 
  • Dat betekent dat je kijkt naar de titel, de bron, eventuele tussenkopjes en afbeeldingen – en dat je de eerste en laatste alinea snel doorleest. 
  • Zo kun je vaak al een goede inschatting maken.

Slide 7 - Tekstslide

Globaal lezen
  • Bij globaal lezen wil je achterhalen wat het belangrijkste van de tekst is. 
  • Je let op de grote lijn, de hoofdzaken. 
  • Als je een tekst globaal leest, lees je de inleiding en het slot van de tekst en de kernzin van elke alinea. 
  • De kernzin bevat de belangrijkste informatie van een alinea. Vaak is de eerste of de laatste zin van een alinea de kernzin.

Slide 8 - Tekstslide

Gericht lezen

  • Gericht lezen gebruik je als je een antwoord wilt hebben op een specifieke vraag. 
  • Je let dan extra op een bepaald woord of een specifieke naam en leest alleen die stukken van de tekst die met jouw vraag te maken hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Intensief lezen
  • Intensief lezen doe je als alle informatie in de tekst belangrijk voor je is. 
  • Je zorgt ervoor dat je de hele tekst goed begrijpt, inclusief details. 
  • Je leest een tekst bijvoorbeeld intensief als je informatie moet onthouden om een stage-opdracht goed uit te kunnen voeren.

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdgedachte [1]
  • De hoofdgedachte is de kortst mogelijke samenvatting van een tekst. 
  • Om de hoofdgedachte te bepalen stel je jezelf de vraag: 
  • wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt? Het antwoord op deze vraag noteer je in één zin.

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdgedachte [2]
  • De hoofdgedachte staat bijna nooit letterlijk in de tekst; je moet haar zelf bepalen en formuleren.
    => Daarvoor lees je de tekst globaal. Je kijkt daarbij naar de inleiding, de kernzinnen en het slot. 

  • Ook uit de titel en de tussenkopjes kun je zulke informatie halen.

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdgedachte [3]
  • Een informatieve tekst heeft vaak een feitelijke hoofdgedachte.
    => Bijvoorbeeld: Tijdens afstudeerstages ontwerpt de helft van de studenten creatieve gadgets.


  • In nieuwsberichten staat de hoofdgedachte vaak in de titel (kop) of in het begin van de tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdgedachte [4]
  • In een betogende tekst is de hoofdgedachte de mening of het standpunt van de schrijver, meestal gevolgd door het belangrijkste argument.
    => Bijvoorbeeld: Gadgets veranderen je leven in positieve zin want ze maken veel dagelijkse dingen makkelijker of aangenamer.


  • Reclameteksten zijn ook betogende teksten. 

  • De bedoeling is om jou als lezer te activeren: de schrijver wil dat je iets koopt. 

  • De hoofdgedachte kan dan bijv. zijn: Koop nu deze slimme gadget en houd je conditie op topniveau!

Slide 14 - Tekstslide

Inloggen en naar de juiste pagina
  1. Ga naar Taalblokken.nl > 'Taalblokken 4e editie Nederlands' >  'Module - Bouwstenen 3F' > Tech & innovatie | Onderwerp en hoofdgedachte > § 2.4 Luisteren > Opdracht 1 t/m 9

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide