Formuleren - Taalvoutjes kwis
1 / 34
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Verbeter de taalfout in de kop.
A
dat => dit
B
dat => die
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Waarnaar verwijst het woord 'ze'?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Is dit een goede koop?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Zou je deze tatoeage laten zetten?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Welke uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
En welke contaminatie (+ spelfout) zie je hier?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Welke 2 uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wat staat hier (letterlijk!)?
A
oma is gestolen
B
er is van oma iets gestolen
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Is dit een goede koop?
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Waar zit de taalfout?
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Wat gaat er fout in deze tekst?
A
houd
B
van
C
dan
D
Er gaat niks fout in deze tekst.
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Wat gaat er fout in deze tekst?
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Hoeveel spelfouten?
A
2
B
3
C
4
D
5
