Formuleren - Taalvoutjes kwis
1 / 38
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Verbeter de taalfout in de kop.
A
dat => dit
B
dat => die
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Verbeter de taalfout in de kop.
A
wat => dat
B
wat => dit
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Waarnaar verwijst het woord 'ze'?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Verbeter de taalfout.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Zou je deze tatoeage laten zetten?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Is dit een goede koop?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Als of dan?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Als of dan?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Welke uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
En welke contaminatie (+ spelfout) zie je hier?
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Welke 2 uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Welke uitdrukkingen worden hier door elkaar gehaald?
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat staat hier (letterlijk!)?
A
oma is gestolen
B
er is van oma iets gestolen
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Is dit een goede koop?
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Moet je nou kloppen of niet?
A
De bel werkt, dus we hebben liever niet dat je klopt
B
De bel werkt niet, dus we hebben graag dat je klopt
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Tekstslide
Op welke twee manieren
kun je dit briefje uitleggen?
kun je dit briefje uitleggen?
