Kapitel 6 Na Klar 1/2 GTH

Kapitel 6 Na Klar 1/2 GTH
A-Umlaut
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 6 Na Klar 1/2 GTH
A-Umlaut

Slide 1 - Tekstslide

Hij rijdt (fahren)
A
er fahrt
B
er fährt
C
er fährst
D
er fahrst

Slide 2 - Quizvraag

Ik vang (fangen)
A
ich fänge
B
ich fangt
C
ich fange
D
ich fangen

Slide 3 - Quizvraag

Wij slapen (schlafen)
A
wir schlafen
B
wir schläfst
C
wir schläfen
D
wir schlaft

Slide 4 - Quizvraag

Vul de goede vorm van fahren in:
Er ------ am Sonntag nach Aalten.

Slide 5 - Open vraag

Vul de goede vorm van fahren in:
Wohin ------- du?

Slide 6 - Open vraag

Vul de goede vorm van fahren in:
Theo ------ jeden Tag 5 Kilometer nach Hause.

Slide 7 - Open vraag

Vul de goede vorm van fahren in:
Meine Eltern ------ immer mit dem Zug.

Slide 8 - Open vraag

Vul de goede vorm van schlafen in:
Wie lange ------ du?

Slide 9 - Open vraag

Vul de goede vorm van graben in:
Was ------ ihr?

Slide 10 - Open vraag

Vul de goede vorm van schlagen in:
Wie weit ------ Peter den Ball?

Slide 11 - Open vraag