Les 2 Bacteriën en schimmels

Ordening
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen.
  • Huiswerk bespreken
  • Kort opfrissen kennis vorige les
  • Uitleg over bacteriën en schimmels
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Zijn er vragen over het huiswerk?

Slide 3 - Tekstslide

Bij ordening verdeel je de organismen in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe planten bacteriën zich voor?
A
Delen zich in tweeën
B
Delen zich in drieën
C
Via sporen

Slide 5 - Quizvraag

Schimmels en bacterien noemen we ook wel:
A
Vies
B
Opruimers
C
Producenten
D
Reducenten

Slide 6 - Quizvraag

Welk rijk heeft alle celkenmerken?
(celkern, celwand,bladgroenkorrels)
A
bacterien
B
schimmels
C
dieren
D
planten

Slide 7 - Quizvraag

Welk rijk heeft cellen zonder celkern?
A
dieren
B
bacterien
C
schimmels
D
planten

Slide 8 - Quizvraag

Bacterien en Schimmels
Hoofdstuk 2

Slide 9 - Tekstslide

Wat moet je na deze les kunnen:
  • Je kunt de celkenmerken van bacteriën en van schimmels opnoemen
  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten
  • Je kunt voorbeelden noemen van het nut van bacteriën en schimmels
  • Je kunt voorbeelden noemen van schadelijke effecten van bacteriën en schimmels
  • Je kunt uitleggen hoe je deze schadelijke effecten kunt voorkomen of genezen

Slide 10 - Tekstslide

Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
  • Indeling op basis van celkenmerken
  • - Celkern
  • - Celwand
  • - Bladgroen

Slide 11 - Tekstslide

Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Celwand
Celkern
Bladgroen
Celkenmerken per rijk

Slide 12 - Tekstslide

Bacterien

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Celkenmerken:
  • wel een celwand
  • geen celkern
  • geen bladgroenkorrels 
Bacterien hebben...

Slide 15 - Tekstslide

Nut
  • Opruimen van (resten van) dode organismen
  • Helpen bij onze vertering
  • Sommige bacterien worden in de voedselbereiding gebruikt 

Slide 16 - Tekstslide

Schade
  • Voedselbederf
  • Ziektes/ontstekingen 
  • (ziekte/ontsteking te verhelpen met antibiotica)

Slide 17 - Tekstslide

Voortplanting

Slide 18 - Tekstslide

Stel je poetst 's avonds om 21.00 uur netjes je tanden voor het slapen gaan. Je hebt héél goed gepoetst! Er blijft maar 1 bacterie achter (en dat is best knap).
Probeer nu te berekenen hoeveel van die bacteriën er 's morgens om 7.00 uur in je mond zitten

Slide 19 - Open vraag

Stel je poetst 's avonds om 21.00 uur netjes je tanden voor het slapen gaan. Je hebt héél goed gepoetst! Er blijft maar 1 bacterie achter (en dat is best knap).
Geef een schatting van hoeveel van die bacteriën er 's morgens om 7.00 uur in je mond zitten

Slide 20 - Open vraag

Celkenmerken
Aantal cellen
Nut  
Schade
Voortplanting
Bacterien
  •  wel celwand, geen celkern of bladgroen
  • altijd ééncellig
  • afval opruimen, gebruik bij voedselbereiding
  • voedselbederf, ziekte
  • door deling

Slide 21 - Tekstslide

Schimmels

Slide 22 - Tekstslide

Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
4 rijken

Slide 23 - Tekstslide

Celkenmerken
  • Wel een celwand
  • Wel een celkern
  • Geen bladgroen
Schimmelcellen hebben:

Slide 24 - Tekstslide

Schimmels kunnen zowel ééncellig als meercellig zijn.

Slide 25 - Tekstslide

- Eéncellige schimmels noemen we gisten.
Deze planten zich voort door deling
- Meercellige schimmels planten zich voort door sporen
Schimmels kunnen ééncellig of meercellig zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Nut?
  • Opruimen van dode organismen
  • Sommige soorten maken penicilline (antibioticum)
  • Gebruik als voedsel of bij de voedselbereiding 
  • Schimmelkaas
  • Brood en bier/wijn
  • Champions/ Cantharellen

Slide 27 - Tekstslide

Schade?
Voedselbederf



Schimmelinfecties (te genezen met anti-schimmelmiddelen)

Slide 28 - Tekstslide

Celkenmerken
Aantal cellen
Nut  
Schade
Voortplanting
Schimmels 
  • wel celwand, wel celkern, geen bladgroen
  • ééncellig of meercellig 
  • afval opruimen, gebruik bij voedselbereiding
  • voedselbederf, ziekte
  • door deling (gisten) of door sporen (meercelligen)

Slide 29 - Tekstslide

Wat moet je nu kunnen:
  • Je kunt de celkenmerken van bacteriën en schimmels opnoemen
  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën  en schimmels zich voortplanten
  • Je kunt voorbeelden noemen van het nut van bacteriën en schimmels
  • Je kunt voorbeelden noemen van schadelijke effecten van bacteriën en schimmels
  • Je kunt uitleggen hoe je deze schadelijke effecten kunt voorkomen of genezen

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk:
BookWidgets: HCCHNH4

Slide 31 - Tekstslide