In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Ordening
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen.
Kort opfrissen kennis vorige les
Uitleg over bacteriën
Slide 2 - Tekstslide
Bij ordening verdeel je de organismen in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen
Slide 3 - Quizvraag
Wat maakt de penseelschimmel wat NUTTIG is voor ons?
Slide 4 - Open vraag
Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Slide 5 - Sleepvraag
Bacterien
Slide 6 - Tekstslide
Wat moet je na deze les kunnen:
Je kunt de celkenmerken van bacteriën opnoemen
Je kunt beschrijven hoe bacteriën zich voortplanten
Je kunt voorbeelden noemen van het nut van bacteriën
Je kunt voorbeelden noemen van schadelijke effecten van bacteriën
Slide 7 - Tekstslide
Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Indeling op basis van celkenmerken
- Celkern
- Celwand
- Bladgroen
Slide 8 - Tekstslide
Bacterien
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Video
00:09
Wat klopt hier niet?! "Meer van die beestjes in je mond".....
Slide 11 - Open vraag
01:27
Waarom heb je tijd nodig om het te zien?
Slide 12 - Open vraag
Celkenmerken Aantal cellen Nut Schade Voortplanting
Bacterien
wel celwand, geen celkern of bladgroen
altijd ééncellig
afval opruimen, gebruik bij voedselbereiding
voedselbederf, ziekte
door deling
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Stel je poetst 's avonds om 21.00 uur netjes je tanden voor het slapen gaan. Je hebt héél goed gepoetst! Er blijft maar 1 bacterie achter (en dat is best knap). Geef een schatting van hoeveel van die bacterie er 's morgens om 7.00 uur in je mond zitten
Slide 15 - Open vraag
Nuttig
Bacteriën komen overal voor, ook in en op je lichaam.
Als je met veel bacteriën in aanraking komt wordt je sterker. Maar van 1% kun je ziek worden. Ook zijn er bacteriën die we gebruiken voor voeding.
Biotechnologie
Ja ja, ook hier WEER het woord biotechnologie. Het gebruik van organismen (in dat geval bacterien) voor het maken van voeding/eten voor ons is weer een mooi voorbeeld!
Slide 16 - Tekstslide
Wat moet je nu kunnen:
Je kunt de celkenmerken van bacteriën opnoemen
Je kunt beschrijven hoe bacteriën zich voortplanten
Je kunt voorbeelden noemen van het nut van bacteriën
Je kunt voorbeelden noemen van schadelijke effecten van bacteriën
Je kunt uitleggen hoe je deze schadelijke effecten kunt voorkomen of genezen