Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
22-1-2025: meervouden
Aan het eind van deze week:
Weet je het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord;
kun je een komma op de juiste manier gebruiken;
kun je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spellen.
Welke regels voor de komma ken je nog?
Pak je laptop!
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Aan het eind van deze week:
Weet je het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord;
kun je een komma op de juiste manier gebruiken;
kun je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spellen.
Welke regels voor de komma ken je nog?
Pak je laptop!
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het meervoud?
A
kroketten
B
kroketen
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het meervoud van...
piano
Slide 4 - Woordweb
6. meervouden
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 5 - Quizvraag
Meervoud op -en
Meervoud op -s
Meervoud op -'s
Meervoud op -eren
Geen meervoud
rijst
kassa
leeuw
dame
kind
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is het meervoud?
A
machine
B
machientjes
C
machines
D
machine's
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het meervoud van...
hobby
Slide 8 - Woordweb
meervouden
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
A
caloriën
B
calorieën
Slide 10 - Quizvraag
In welke zin staat de komma / staan de komma's op de juiste plek?
A
Ik ben te laat omdat, ik me verslapen heb.
B
Ik lust graag ijs, chocola, chips, en taart.
C
Als ik tennis, voetbalt mijn broertje.
D
Peter wil jij de afwas doen?
Slide 11 - Quizvraag
komma
A
Toen ze thuis kwam, zag ze dat de lamp al brandde.
B
Toen ze thuis kwam zag ze, dat de lamp al brandde.
Slide 12 - Quizvraag
Een komma zet je ...
A
tussen twee persoonsvormen
B
tussen twee verbindingswoorden
C
tussen twee moeilijke woorden
D
tussen delen van een opsomming
Slide 13 - Quizvraag
Achter welk woord moet een komma?
Sleep dat woord naar de komma
Komma
Als
ik
het
je
vertel
mag
je
het
niet
doorvertellen.
Slide 14 - Sleepvraag
Bespreek
blz. 161: opdracht 2
Slide 15 - Tekstslide
Weet je nu:
- Het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord?
- Wanneer je komma's gebruikt?
- Hoe je zelfstandig naamwoorden in het meervoud spelt?
Huiswerk:
Spelling H2.8
Bladzijde 161 t/m 166
Opdracht 2 + 3 + 5 + 9
3 C D E hoeft niet!
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les T3B 12/26/28-11-2024
November 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Week 3: Spelling blok 3 KGT
Januari 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 12 - Verleden tijd, voltooid en onvoltooid deelwoord
September 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
les 3M 27/1
Januari 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord 10 - (On)bekend?
Juli 2023
- Les met
11 slides
H2.8 spelling (les 3)
Oktober 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
H2.8 spelling (les 3)
Augustus 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
5.8 Spelling | deel 1
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1