Oefentoets spelling H1 t/m H6

Wat gaan we doen?
  • Zijn er nog vragen over de lesstof?
  • Oefeningen in Lessonup maken.  'oefenen spelling H1 t/m H6'.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Zijn er nog vragen over de lesstof?
  • Oefeningen in Lessonup maken.  'oefenen spelling H1 t/m H6'.

Slide 1 - Tekstslide

Welke bewering is onjuist over het schrijven?

A
Je schrijft windstreken met een kleine letter: het oosten, zuidwest
B
Je schrijft dagen en maanden met een hoofdletter: Maandag, Dinsdag, Januari, Oktober.
C
Namen van seizoenen en periodes schrijf je met een kleine letter: herfst, de ijstijd
D
Je schrijft religies, stromingen en afleidingen daarvan met een kleine letter: christendom, islamieten

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?

A
moederkindje
B
moederskindje

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
auto ongeluk
B
autoöngeluk
C
auto-ongeluk

Slide 4 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
Je gebruikt aanhalingstekens bij de directe rede/citaten.
B
Je gebruikt aanhalingstekens bij de indirecte rede.
C
Je gebruikt aanhalingstekens bij gedachten.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
havo leerling
B
havoleerling
C
havo-leerling

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
vwo leerling
B
vwoleerling
C
vwo-leerling

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
plugin
B
plug-in

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
1,5 meter-samenleving
B
anderhalve meter samenleving
C
anderhalvemetersamenleving
D
1,5metersamenleving

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
westen
B
Westen

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
bouw- en onderhouds werkzaamheden
B
bouw en onderhoudswerkzaamheden
C
bouw en onderhouds werkzaamheden
D
bouw- en onderhoudswerkzaamheden

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin is juist gespeld?
A
s' Ochtends eet is altijd havermout.
B
's Ochtends eet ik altijd havermout.
C
'S ochtends eet ik altijd havermout.
D
S' ochtends eet ik altijd havermout.

Slide 13 - Quizvraag

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?
A
Het KNMI waarschuwt voor gladheid in grote delen van het land, het instituut adviseert om voorzichtig te zijn op de weg.
B
Lever je volle spaarkaart in bij de kassa, en neem het gratis boodschappenpakket mee naar huis.
C
Vol verwachting klopt ons hart; want Sinterklaas is in aantocht.
D
Wanneer ik naar Parijs ga, wil ik de Eiffeltoren beklimmen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste toepassing van het vervangingsstreepje bij:
spannende films en romantische films?
A
spannende en romantische films
B
spannende- en romantische films

Slide 15 - Quizvraag

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

als je de stad nog nooit bezocht hebt moet je in ieder geval het noordelijke gedeelte bekijken

Slide 16 - Open vraag

Neem onderstaande zin over en plaats hoofdletters en leestekens.

in de avond loopt ronald de goede altijd een laatste rondje met de hond want mevrouw de goede blijft na negenen liever binnen

Slide 17 - Open vraag

Hester kan moeilijk kiezen […] ze twijfelt altijd.

Vul de zin aan met het juiste leesteken. Kies uit: komma, dubbele punt of puntkomma. Welke van onderstaande zinnen is juist?


A
Hester kan moeilijk kiezen, ze twijfelt altijd.
B
Hester kan moeilijk kiezen; ze twijfelt altijd.
C
Hester kan moeilijk kiezen: Ze twijfelt altijd.

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
Zuid Spanje
B
Zuid-Spanje
C
zuid Spanje
D
zuid-Spanje

Slide 19 - Quizvraag

Welke bewering is onjuist?
A
samenstellingen van drie woorden of minder schrijf je niet aan elkaar: tennis racket, basket bal
B
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel schrijf je aan elkaar: dichtbevolkt, stomverbaasd.
C
veel samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar: autorijden, losmaken, pianospelen
D
getallen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar: honderdduizend, zestienduizend

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
pro actief
B
proactief
C
pro-actief

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
hockeyelftal
B
hockey elftal
C
hockey-elftal

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
ijs en bruine beren
B
ijs- en bruine beren
C
ijs en bruineberen
D
ijs- en bruineberen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de juiste toepassing van het vervangingsstreepje bij:
klassieke muziek en moderne muziek?
A
klassieke- en moderne muziek
B
klassieke en moderne muziek

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
bruine bonen soep
B
bruine bonensoep
C
bruinebonen soep
D
bruinebonensoep

Slide 25 - Quizvraag

Wat is juist geschreven?
A
oud leraar
B
oudleraar
C
oud-leraar

Slide 26 - Quizvraag

Welke regel hoort bij de samenstelling van het woord 'secondewijzer'?
A
Het eerste deel heeft een meervoud op -s én op -en.
B
Het eerste deel heeft geen meervoud.
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
D
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 27 - Quizvraag

Maak de juiste samenstellingen. Plaats zo nodig -e- of -en- of -s-.
1. hoog+school
2. varken+snuit
3. lach+bek
4. bed+goed

Slide 28 - Open vraag

Ik beheers de theorie van de hoofdstukken 1 t/m 6 van spelling.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll