Thema 5: Basisstof 4 + 5

Spieren + houding en beweging
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spieren + houding en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

gewrichtskogel
kraakbeen
gewrichtssmeer
kapselband

Slide 3 - Sleepvraag

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 4 - Sleepvraag

Gewrichtsmeer zorgt ervoor dat...
A
Slijtage voorkomen wordt
B
Een gewricht soepel kan bewegen
C
De spieren soepel blijven

Slide 5 - Quizvraag

Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Geeft extra versteviging 
Dit draait in de gewrichtskom
Hierdoor kunnen botten soepel bewegen
Hierdoor kunnen botten soepel bewegen en voorkomt dat botten slijten 
Gewrichtskogel
Gewrichtskapsel
gewrichtsbanden
gewrichtssmeer
kraakbeen

Slide 6 - Sleepvraag

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. weet ik waar spieren zitten
  2. weet ik wat een antagonisten zijn
  3. weet ik wat een spierstelsel is

Slide 7 - Tekstslide

Ik daag jullie uit!
Kunnen jullie de hele les in een goede houding zitten? 
- billen achterin je stoel
- rug recht
- benen recht naar voren en een beetje uit elkaar (knieën op schouderbreedte) 

Slide 8 - Tekstslide

Waar zitten al je spieren?
  • in je lichaam zitten +/- 600 spieren
  • alle spieren samen = spierstelsel
  • spieren zitten onder je huid
  • spieren zitten in organen (maag)
  • je hart is een spier
  • Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Video

    Opbouw spier
    • Spiervezels - bestaat uit spiercellen; hieruit is een spier opgebouwd, als spiervezels samentrekken, trekt de spier samen.
    • Spierbundel - groepje spiervezels 
    • Pezen - taaie banden waarmee de spieren aan de botten vastzitten

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Buigen en strekken

    Een spier die samentrekt, wordt korter en dikker.

    Een spier die ontspannen is, kan langer en dunner worden.


    Slide 13 - Tekstslide

    Antagonisten = tegengestelde spieren

    Slide 14 - Tekstslide

    0

    Slide 15 - Video

    0

    Slide 16 - Video

    Lichaamshouding
    'Lichaamshouding' is: de manier waarop mensen zitten, liggen of staan en bewegen. 


    Slide 17 - Tekstslide

    Dubbele-S-vorm
    De vorm van de wervelkolom lijkt op twee keer de letter S boven
    elkaar. Daarom noemen we het de dubbele-S-vorm. 

    Door deze vorm kan je wervelkolom schokken opvangen als je
    loopt. De tussenschijfwervels zijn een soort schokdempers.


    Slide 18 - Tekstslide

    Wervelkolom
    De wervelkolom bestaat uit wervels met tussen de wervels steeds een schijfje kraakbeen. Die schijfjes noem je tussenwervelschijven.






    Door de tussnewervelschijven is de rug een beetje flexibel.

    Slide 19 - Tekstslide

    Lichaamshouding
    Door een verkeerde lichaamshouding kan de wervelkolom scheef komen te staan. Hierdoor komt er op één kant van de wervelkolom meer druk te staan. Sommige spieren moeten dan harder werken en kunnen overbelast raken.

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Tekstslide

    Waar bestaan spieren uit?
    A
    Pezen
    B
    Spiervezels
    C
    Vlies

    Slide 22 - Quizvraag

    Waar kan je lichaam door bewegen
    A
    Alleen door botten
    B
    Door botten en spieren samen
    C
    Alleen door spieren

    Slide 23 - Quizvraag

    Wat zit er tussen een bot en een spier?
    A
    Spierbundel
    B
    Spiervezel
    C
    Pees
    D
    Vlies

    Slide 24 - Quizvraag

    Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
    A
    langer en dunner
    B
    langer en dikker
    C
    korter en dikker
    D
    korter en dunner

    Slide 25 - Quizvraag

    De spieren zitten met pezen vast aan de botten
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 26 - Quizvraag

    Wat is een antagonist?
    A
    een spier met een tegengestelde werking
    B
    een spier met dezelfde werking
    C
    allemaal pezen bij elkaar

    Slide 27 - Quizvraag

    Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.
    Is deze bewering juist of onjuist?
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 28 - Quizvraag