industiële samenleving

Industriële samenleving
paragraaf 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Industriële samenleving
paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

vraag de leerlingen om een naambordje te maken.
Hoe denken jullie dat een
industriële samenleving eruit ziet?

Slide 2 - Woordweb

deel 2 whiteboard stiften uit aan 2 leerlingen. laat ze beide iets opschrijven waar zij aan denken bij een industriële samenleving. De stiften mogen ze doorgeven aan een klasgenoot die dan aan de beurt is.
Leerdoelen
Havo en VWO:
  • Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van arbeiders waren
  • Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe die verschilde van een standenmaatschappij
  • Je kunt enkele belangrijke uitvindingen benoemen die in de 19e eeuw werden gedaan
VWO:
  • Je kunt uitleggen hoe de wetenschap zich in de 19e eeuw ontwikkelde

Slide 3 - Tekstslide

Geef aan dat de leerlingen hun boek en een pen of potlood nodig gaan hebben tijdens de uitleg. deze mogen ze nu op tafel leggen
Leerdoel 1
Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van arbeiders waren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werk- en leefomstandigheden van arbeiders 
  • Lonen
  • Werkuren
  • De fabriekshallen
  • Veiligheid
  • Protesteren? 
  • Urbanisatie 

Slide 5 - Tekstslide

Lonen werden zo laag mogelijk gehouden door fabrieksbazen, waarom zouden zij dit doen? -hoeft geen vakman te zijn> vrouwen en kinderen > zo rijk mogelijk zijn

Werknemers hadden lange werkdagen. Ze werkte ook 6 keer per week zonder vakanties.

De lucht in fabriekshallen waren smerig en er was heel veel lawaai

ook was het niet bepaald veilig om in een fabriek te werken. Fabriekseigenaren voelde zich niet verantwoordelijk en veiligheidsmaatregelen koste geld

waarom protesteerde mensen dan niet? ontslagen!

Dan ben je eindelijk klaar met werk en ga je naar huis. Geen openbaar vervoer dus je kan niet te ver van de fabriek wonen. Iedereen verhuisde dus naar de fabrieken waardoor er grote steden ontstonden. deze waren vies en vol. Verstedelijking of urbanisatie. 



Opdracht 4
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

VERGEET DE OPDRACHT NIET TE BESPREKEN!
Leerdoel 2
Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe die verschilde van een standenmaatschappij

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standenmaatschappij
geestelijkheid
adel
de derde stand
Klassenmaatschappij
Geestelijkheid en adel minder belangrijk 
  • Ondernemersklasse (Kapitaal)
  • Middenklasse
  • Arbeidsklasse

Slide 8 - Tekstslide

Kapitaal: alles wat nodig is om producten te maken
standen maatschappij > waar je geboren bent 
Klassenmaatschappij > hoeveel geld je verdient
Opdracht 7
(b, c, d )
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

VERGEET DE OPDRACHT NIET TE BESPREKEN!
Leerdoel 3
Je kunt enkele belangrijke uitvindingen benoemen die in de 19e eeuw werden gedaan

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsmotor
De eerste telefoon

Slide 11 - Tekstslide

koppel de verbrandingsmotor aan auto's!

aangeven dat er in hun boek ook nog een aantal staan
Wat moet je nu doen?
  • Lezen en markeren van de paragraaf
  • Havo : 5, 6, 10, 14 (a, b, c,), 15
  • VWO: 10, 12, 13, 14 (a, b, c), 15
  • Leerdoelenblad invullen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies