contact maken

Contact maken
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Contact maken

Slide 1 - Tekstslide

wat is contact maken?
Wat versta je onder echt contact maken? 
Hoe zit echt contact maken eruit voor je?
Hoe maak jij op je stage echt contact met je cliënten?
Is er een verschil in contact maken met cliënten en met collega's? 

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie
Communicatie is goed als
  • De ander begrijpt wat jij bedoelt
  • Jij begrijpt wat de ander bedoelt
    Dit doe je door
  • Vragen te stellen
  • Actief te luisteren
  • Controleren

Slide 3 - Tekstslide




Communicatie schema

Slide 4 - Tekstslide

Soorten communicatie
  • Eenzijdige communicatie
  • Tweezijdige communicatie
  • Meerzijdigecommunicatie

Slide 5 - Tekstslide

Communicatie bij ADL
  • Starten van de dag, jouw blik spreekt boekdelen,
           die van de ander ook
  • Starten en voorbereiden van het zorgmoment 
           (gehoor app & kunstgebit!)
  • Vertellen wat je doet
  • Afstemmen hoe je dingen doet 
          (Geschiedenis, voorkeur, persoon)
  • Zelfredzaamheid

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Voor een goede relatie met zorgvragers is het belangrijk dat je actief luistert.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Actief luisteren
  • Lichaamshouding
  • Oogcontact
  • Gezichtsuitdrukking
  • Verbale ondersteuningen, zoals ‘mm’, ‘ja’
  • Belangstelling > vragen
  • Rust


Slide 12 - Tekstslide

Wat moet je juist niet doen?

Slide 13 - Tekstslide

Wat moet je juist niet doen?
  • een ongeïnteresseerde houding aannemen
  • de ander niet laten uitpraten
  • je eigen verhaal vertellen
  • met je gedachten ergens anders zijn
  • impulsief reageren
  • te snel adviseren
  • waarderend (positief of negatief) reageren
  • veronderstellingen uiten







Slide 14 - Tekstslide

Welke soorten vragen ken je?

Slide 15 - Open vraag

Soorten vragen
Suggestieve vraag => het antwoord zit al in de vraag

U ben nu al drie keer overvallen. U heeft zeker geen vertrouwen meer in de politie? 

Slide 16 - Tekstslide

Soorten vragen
Vervolgvraag (doorvragen) => is een reactie op een ander antwoord. Je krijgt antwoord en reageert daar direct op. Dit noem je ook doorvragen.

- Wat bedoelt u daarmee?

Slide 17 - Tekstslide

Soorten vragen
Reflectieve vraag => is bedoeld om iemand over zijn eigen situatie of rol te laten nadenken.

- Wat denkt u dat er van u als minister verwacht wordt?

Slide 18 - Tekstslide

Soorten vragen
Meerkeuzevraag => waarbij meerdere antwoorden zijn gegeven waaruit iemand een keus kan maken.

- Hoe tevreden bent u over onze diensten?
  1. zeer tevreden
  2. tevreden
  3. ontevreden   

Slide 19 - Tekstslide

Het is toch geweldig dat uw kinderen zo vaak op bezoek komen?
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Suggestieve vraag
D
Reflectieve vraag

Slide 20 - Quizvraag

Waarom ben je te laat?
A
Gesloten vraag
B
Reflectieve vraag
C
Suggestieve vraag
D
Open vraag

Slide 21 - Quizvraag

Wil je koffie of thee?
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Suggestieve vraag
D
Dubbele vraag

Slide 22 - Quizvraag

Wat zou je de volgende keer anders doen?
A
Open vraag
B
Door-vraag
C
Indirecte vraag
D
Reflecterende vraag

Slide 23 - Quizvraag

Wat vind je van jouw collega's op de nieuwe afdeling?
A
Reflecterende vraag
B
Open vraag
C
Gesloten vraag
D
Indirecte vraag

Slide 24 - Quizvraag

Ik vraag mij af hoe je tot dat antwoord gekomen bent.
A
Gesloten vraag
B
Open vraag
C
Indirecte vraag
D
Door-vraag

Slide 25 - Quizvraag

Welke eigenschappen en kwaliteiten heb je voor dit examen ingezet?
A
Reflecterende vraag
B
Open vraag
C
Gesloten vraag
D
Door-vraag

Slide 26 - Quizvraag

Hoe lang ervaart u al druk op de borst?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Door-vraag
D
Indirecte vraag

Slide 27 - Quizvraag

Rollenspel
  1.  Maak groepjes van 3 personen. A, B en C 
  2. A voert een vraaggesprek (interview van 5 minuten) met persoon B. Dit gesprek gaat over wat voor leven B over 5 jaar wil hebben.
  3. Persoon A mag niks over zichzelf vertellen! Het gaat om persoon B
  4. C let goed op hoe A vragen stelt en luistert.
  5. Bespreek met elkaar welke soort vragen er gesteld zijn en hoe er geluisterd is.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag met de e- learning
https://www.free-learning.nl/modules/stopcontact/start.html

Slide 29 - Tekstslide