2kgt 5.3 Lezen

5.3 Lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.3 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Het is simpel: je moet kiezen!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
- doel van de les bespreken
- voorkennis ophalen
- instrutie
-aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Het doel van deze les:
  • de functies van inleiding en slot herkennen;
  • een samenvatting maken met kernzinnen.

Slide 4 - Tekstslide

inleiding
kern
slot
Hier wordt de tekst afgerond.
Hier wordt kort het onderwerp genoemd.
Hier staat meer informatie over het onderwerp.

Slide 5 - Sleepvraag

In welke zin vind je de belangrijkste informatie van een alinea?

Slide 6 - Woordweb

Functies van de inleiding
Een tekst heeft altijd een inleiding, de eerste alinea. In de inleiding noemt de schrijver altijd het onderwerp van de tekst. Daarnaast trekt hij de aandacht van de lezer, zodat die nieuwsgierig wordt naar de rest van de tekst.

Slide 7 - Tekstslide

De schrijver trekt aandacht door:
  • kort zijn mening te geven; hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar de argumenten bij de mening;
  • een vraag te stellen: hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag.

Slide 8 - Tekstslide

Functies van het slot
Het slot van een tekst is de laatste alinea. Hierin rondt de schrijver de tekst af. Hij kan dat op verschillende manieren doen:
  • samenvatten;
  • conclusie geven;
  • antwoord geven op de vraag uit de inleiding.

Slide 9 - Tekstslide

Let op!
Niet elke tekst heeft een slot. Een nieuwsbericht op een website of in een krant heeft meestal alleen een inleiding en een kern.

Slide 10 - Tekstslide

IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:

  • een samenvatting maken met kernzinnen.

Slide 11 - Tekstslide

wat is een samenvatting?

Slide 12 - Woordweb

Samenvatten met kernzinnen
In een samenvatting noteer je alleen de hoofdzaken van een tekst. Dat kan makkelijk door alle kernzinnen van de belangrijkste alinea's na elkaar te zetten. Een kernzin is namelijk een mini-samenvatting van de alinea.

Slide 13 - Tekstslide

Doe het zo:
  • Bepaal welke alinea's belangrijke informatie bevatten.
  • Onderstreep de kernzin van die alinea's.
  • Heeft een belangrijke alinea geen duidelijke kernzin? Formuleer die dan zelf.
  • Schrijf alle kernzinnen achter elkaar.
  • Pas de kernzinnen wat aan, zodat de inhoud goed op elkaar aansluit.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
5.3 afmaken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide