magneten en voorkennis elektriciteit

De bovenste magneet zweeft boven de onderste magneet. Dan is:
A
1 een Noordpool; 2 een Zuidpool
B
1 een Zuidpool; 2 een Noordpool
C
1 een Noordpool; 2 een Noordpool
D
1 een Zuidpool; 2 een Zuidpool
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De bovenste magneet zweeft boven de onderste magneet. Dan is:
A
1 een Noordpool; 2 een Zuidpool
B
1 een Zuidpool; 2 een Noordpool
C
1 een Noordpool; 2 een Noordpool
D
1 een Zuidpool; 2 een Zuidpool

Slide 1 - Quizvraag

De magneet trekt aan een ijzeren staafje; aan het staafje hangt een ijzeren spijker. Dan is
A
1 en 4 Noordpolen 2 en 3 Zuidpolen
B
1 en 3 Zuidpolen 2 en 4 Noordpolen
C
1 en 4 Zuidpolen 2 en 3 Noordpolen
D
1 en 3 Noordpolen 2 en 4 Zuidpolen

Slide 2 - Quizvraag

In de schakeling hiernaast zie je vier lampjes. Als één lampje stuk gaat, blijven de drie andere lampjes branden.
Welk lampje is dan kapot gegaan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Welk schema hoort
bij de schakeling van
de foto hiernaast?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Op een avond staat de wasdroger 3 uur lang aan. Het door de wasdroger opgenomen vermogen is daarbij gemiddeld 2000 W. Hoeveel kWh is op deze avond verbruikt door de wasdroger?

A
2 kWh
B
3 kWh
C
1,5 kWh
D
6 kWh

Slide 5 - Quizvraag

De lampjes P en Q worden op twee verschillende manieren op een batterij aangesloten. In beide schakelingen branden beide lampjes. Lampje P worden in beide schakelingen losgedraaid. Blijft lampje Q dan branden?
A
In situatie 1 niet; in situatie 2 niet.
B
In situatie 1 wel; in situatie 2 niet.
C
In situatie 1 niet; in situatie 2 wel.
D
In situatie 1 wel; in situatie 2 wel.

Slide 6 - Quizvraag

De beide schakelaars S1 en S2 staan open. Hoeveel lampjes kunnen er dan branden?
A
0
B
3
C
5
D
7

Slide 7 - Quizvraag

Drie lampjes zijn aangesloten op een spanningsbron. Hoe zijn de lampjes geschakeld?
A
serie
B
parallel
C
zowel serie als parallel
D
niet serie en ook niet parallel

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast zijn een paar lampjes getekend. In welk lampje is de gloeidraad op de juiste wijze verbonden.
A
lampje A
B
lampje B
C
lampje C
D
lampje D

Slide 9 - Quizvraag

Bij een proefje over elektrische lading hangen twee pingpongballen aan een nylondraad. Welke bewering over de lading op de ballen is juist?
A
De ene bal is positief geladen, de andere negatief.
B
De ballen hebben dezelfde lading.
C
De ene bal is geladen, de andere niet.
D
Beide ballen zijn ongeladen.

Slide 10 - Quizvraag