Elektro1-Tussentoets-Nabespeken

Tussentoets- Elektro1 
De toets bestaat uit 19 vragen, er kunnen maximaal 28 punten behaald worden. 
Je hebt een uur de tijd om deze te maken.
Tip:1.Gebruik je rekenmachine
        2.Je mag je aantekeningen blad erbij gebruiken 
Regels:  1. Je mag NIET de informatie op internet zoeken !!!
                 2. Je mag NIET overleggen met een mede student
                 3. Het is stil in de klas 
Als je je niet houd aan de regels, dan zal je moeten stoppen en het lokaal tijdelijk moeten verlaten. 
Je hebt dan automatisch een 1 als cijfer 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElektrotechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tussentoets- Elektro1 
De toets bestaat uit 19 vragen, er kunnen maximaal 28 punten behaald worden. 
Je hebt een uur de tijd om deze te maken.
Tip:1.Gebruik je rekenmachine
        2.Je mag je aantekeningen blad erbij gebruiken 
Regels:  1. Je mag NIET de informatie op internet zoeken !!!
                 2. Je mag NIET overleggen met een mede student
                 3. Het is stil in de klas 
Als je je niet houd aan de regels, dan zal je moeten stoppen en het lokaal tijdelijk moeten verlaten. 
Je hebt dan automatisch een 1 als cijfer 

Slide 1 - Tekstslide

Welke spanning wordt gebruikt in de wandcontactdoos (stopcontact)?
A
Gelijkspanning
B
Variabele spanning
C
Wisselspanning
D
Driehoekspanning

Slide 2 - Quizvraag

Welke spanningssoort wordt gebruikt in batterijen?
A
Wisselstroom
B
Driefasenstroom
C
Gelijkstroom
D
Draaistroom

Slide 3 - Quizvraag

Hoe groot is de maximale waarde van de veilige spanning van gelijk- en wisselspanning?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn vrije elektronen?
A
Elektronen die alleen in vastetoestand bestaan.
B
Elektronen die geen elektrische lading hebben.
C
Elektronen die vastzitten aan atomen.
D
Elektronen die vrij kunnen bewegen in een geleider.

Slide 5 - Quizvraag

Het ladingsverschil dat nodig is voor een verplaatsing van elektronen, heet ........ verschil.
A
Stroom
B
Spannings (potentiaal)
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt de beweging van een lading (Q) in 1 seconde genoemd?
A
Frequentie
B
Capaciteit
C
Voltage
D
Stroom

Slide 7 - Quizvraag

Een wasdroger neemt in een uur een lading op van 36000C
Hoe groot is de stroomsterkte ?
*Schijf eerst de formule op en werk deze vervolgens uit*

Slide 8 - Open vraag

Een accu wordt een kwartier geladen met een stroomsterkte van 10A.
hoeveel lading heeft de accu opgenomen?
Schijf de formule op en bereken :
1. Lading in C
2.Lading in Ah

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn de waarden van R1 en U2
A
R1 = 0,5 Ω U2= 2 V
B
R1 = 0,5 Ω U2= 8 V
C
R1 = 2 Ω U2= 2 V
D
R1 = 2 Ω U2 = 8 V

Slide 10 - Quizvraag

Deze schakeling is een?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
C
Gecombineerde schakeling
D
Serie / Parallelschakeling

Slide 11 - Quizvraag

Wat is waar over de stroom in een serieschakeling?
A
De stroomsterkt van elke weerstand optellen voor het totaal
B
Overal hetzelfde
C
Bij R1 het grootste
D
Overal verschillend

Slide 12 - Quizvraag

Waar of niet waar ?
Bij een kerstboomverlichting
zijn de lampjes parallel geschakeld.

Slide 13 - Open vraag

8 lampjes zijn in serie aangesloten op 24 Volt
De stroom die door de voeding wordt geleverd is 0,5 Ampère.
1. Wat is de stroomsterkte door elke lamp?
2. Hoeveel spanning staat er over elke lamp?

Slide 14 - Open vraag

8 lampjes zijn in serie aangesloten op 24 Volt
De stroom die door de voeding wordt geleverd is 0,5 Ampère.
1. Wat is de weerstand van elk lampje
2. Welk vermogen heeft elk lampje

Slide 15 - Open vraag

8 lampjes zijn in serie aangesloten op 24 Volt
De stroom die door de voeding wordt geleverd is 0,5 Ampère.
1. Wat is het totale vermogen van de lampjes ?
2. Als het 3e lampje kapot gaat , welke spanning staat er dan over de aansluitklemmen van dat lampje?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Vier lampjes van 12 Watt worden parallel aangesloten op 24 volt
1. Hoeveel spanning krijgt elke lamp?
2.Hoe groot is de stroom door elk lampje lampje
3. wat is de weerstand van elk lampje

Slide 18 - Open vraag

Vier lampjes van 12 Watt worden parallel aangesloten op 24 volt
1. wat is het totale vermogen van de lampjes?
2.Wat is de totale stroom die door de voeding wordt geleverd?
Als 1 lampje defect gaat. wat is dan de spanning over de aansluitklemmen van dat lampje?

Slide 19 - Open vraag

Drie weerstanden, 60 Ω en 90 Ω en 72 Ω staan parallel.

Bereken de vervangingswaarde.
Schijf de formule op en werk deze vervolgens uit
****Reken met de 3 cijfers achter de komma****

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide