Maatschappijleer

4.2 Wat valt er te kiezen?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.2 Wat valt er te kiezen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:

  • Politieke stromingen
  • Links / midden / rechts
  • Populisme

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke partijen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lijstrekker
  • HET gezicht van een politieke partij
  • Aanwezig bij debatten op televisie 

  • Lijsttrekker --> De belangrijkste man of vrouw van een politieke partij in verkiezingstijd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

politieke stromingen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Belangrijke waarde: Vrijheid

  • Persoonlijke vrijheid: 
  1. abortus 
  2. homohuwelijk 
  3. softdrugs

  • Economische vrijheid 
  1. minder regels 
  2. lagere belastingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaaldemocratie
belangrijke waarden: solidariteit en gelijkwaardigheid

  • Minder verschil tussen rijk en arm
  • betere verdeling van geld, kennis en macht
  • sociale grondrechten zoals het recht op:
  1. gezondheidszorg
  2. onderwijs
  3. huisvesting 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendemocratie
Belangrijke waarde: christelijk geloof 

  • naastenliefde: omkijken naar de mensen in je omgeving
  • (vrijwilligers)organisatie kunnen een deel van de zorg voor mensen op zich nemen.
  • God heeft de aarde geschapen; daar moeten we dus goed voor zorgen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

populistische partijen = partijen die zeggen dat zij als enige de 'wil van het volk kennen en opkomen voor de belangen van de gewone mensen.
Niet alles zit altijd binnen een hokje. Sommige partijen horen niet bij een stroming.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Links, midden of rechts?

Slide 12 - Tekstslide

Linkse partijen  zijn voor een actieve overheid, om de verschillen tussen arm en rijk te verkleinen moet de overheid ingrijpen. De rijke mensen en de bedrijven moeten volgens hun meer belasting betalen. Ze vinden bescherming van het milieu belangrijk.
Rechtse partijen  zijn voor passieve overheid, burgers moeten zo veel mogelijk voor zichzelf zorgen en niet verwachten dat de overheid alles voor hen regelt. De een heeft dus meer mogelijkheden dan de ander en vinden hun het dus logisch dat er verschillen zijn tussen arm en rijk. De belangrijkste taak van de overheid is veiligheid, omdat de belasting niet heel veel doet kan de belasting naar beneden.
Middenpartijen  zijn partijen die vinden dat de overheid alleen moet helpen als het mensen niet lukt, ze zitten er dus tussen in

Mensen die meer verdienen moeten meer belasting betalen.
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vlees moet duurder worden, zodat mensen minder vlees eten.
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De straffen in Nederland moeten omhoog.
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De belasting voor bedrijven moet laag zijn, zodat bedrijven niet uit Nederland vertrekken.
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies