Moeilijke woorden 3f

1 / 19
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Welke woorden heb je onthouden?

Slide 2 - Tekstslide

Het doel van deze les is:
Je weet hoe je moeilijke woorden kunt 
begrijpen en onthouden.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer vind je een woord moeilijk?

Slide 4 - Tekstslide

Wat kun je doen als je een woord niet begrijpt?


(denk ook aan de lessen van de afgelopen weken)

Slide 5 - Tekstslide

Tijd voor een testje...

Wat betekenen de volgende woorden? (houd je score bij!)

Slide 6 - Tekstslide

unaniem
A
niemand kent je
B
iedereen is het ermee eens
C
één tegelijk
D
onherkenbaar

Slide 7 - Quizvraag

chronisch
A
grappig
B
een ziekte
C
voortdurend
D
pijnlijk

Slide 8 - Quizvraag

semipermanent
A
blijvend
B
een kapsel
C
shampoo
D
tijdelijk blijvend

Slide 9 - Quizvraag

alternatief
A
iemand anders
B
ergens anders
C
andere optie
D
negatief

Slide 10 - Quizvraag

potentiële
A
vruchtbare
B
mogelijke
C
recreatieve
D
vieze

Slide 11 - Quizvraag

geanimeerd
A
getekend
B
bevriend
C
geconcentreerd
D
levendig

Slide 12 - Quizvraag

interpreteren
A
opvatten
B
printen
C
inprenten
D
toelichten

Slide 13 - Quizvraag

gestaag
A
gelijk tempo
B
gejaagd tempo
C
gestrest tempo
D
gevaarlijk tempo

Slide 14 - Quizvraag

relatief
A
in relatie
B
in verhouding
C
in perspectief
D
in principe

Slide 15 - Quizvraag

overwegend
A
vooral
B
voortaan
C
zwaarwegend
D
overgewicht

Slide 16 - Quizvraag

selectief
A
hoog niveau
B
uitgekozen
C
positief
D
kritisch

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag!




  • Schrijf met je tweetal een goedlopend verhaal van 200 tot 300 woorden.
  • Het thema van je verhaal mag te maken hebben met Bouw en/of Architectuur, maar dat hoeft niet. 
  • Onderstreep de moeilijke woorden van het blad en laat uit de tekst blijken dat je ze begrijpt.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe ging het?
Wat heb je gedaan om de betekenis van de woorden te vinden?
Heb je deze les nieuwe woorden geleerd? 

Slide 19 - Tekstslide