3HV H4 Paragraaf 1 De start van een eigen bedrijf

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 1 De start van een eigen bedrijf

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 1 De start van een eigen bedrijf

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt een investeringsbegroting lezen.

Je kunt een resultatenbegroting lezen en opstellen.

Je kunt een financieringsplan lezen en opstellen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Start van een eigen bedrijf
  • investeringsbegroting
  • Wat heb je nodig?
  • resultatenbegroting
  • Wat ga je verdienen?
  • financieringsplan
  • Waar betaal je alles van?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een investeringsbegroting?


  • Hiermee maak je een inschatting hoeveel geld je nodig hebt om een bedrijf te starten.

Slide 5 - Tekstslide

Investeringsbegroting
  • Inventaris

  • Voorraad goederen

  • Geld

Slide 6 - Tekstslide

Vaste opbouw investeringsbegroting
Vaste activa
  • grond 
  • gebouw
  • inventaris
Vlottende activa
  • voorraad goederen
  • debiteuren
Liquide middelen
  • betaalrekening
  • kas
  • kas

Slide 7 - Tekstslide

begroting maken

Een begroting maken is heel natuurlijk.

Een begroting is een voorspelling van de toekomst. Wat gebeurt er als....?



Resultatenbegroting (wat gaan we verdienen?)

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een resultatenbegroting?


  • Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Van omzet naar nettowinst
Omzet                                              (verkoopprijs x aantal verkochte producten)
Inkoopwaarde                              (inkoopprijs x aantal verkochte producten)
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is een financieringsplan


  • Dit plan legt uit hoe de onderneming aan het geld komt om te kunnen starten.

Slide 13 - Tekstslide


Financieringsplan


Eigen vermogen

Vreemd vermogen

* lening bank

* lening ouders

---------------------  +

Totale financieringsbehoefte

Slide 14 - Tekstslide

Afschrijvingskosten
De kosten van waardevermindering van vaste activa

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent BTW?
A
Bruto Toegevoegde Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Belasting Totale Waarde

Slide 16 - Quizvraag

Welke BTW tarieven zijn er? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
0%
B
9%
C
19%
D
21%

Slide 17 - Quizvraag

Wie betaalt uiteindelijk de BTW?
A
De bedrijven
B
De overheid
C
De consumenten
D
Niemand

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Kijk in je studiewijzer wat je moet maken.

Slide 19 - Tekstslide