Le passé composé – voltooide tijd
In het Nederlands > vormen zoals ‘ik heb gemaakt, gedaan, gepraat, gelopen et cetera.
Om de passé composé te maken, maak je 2 stappen:
1. Vul de juiste vorm in van ‘hebben’ (avoir)
2. Haal – er van het werkwoord, en vervang die door é
tailler > slijpen > taillé > geslepen
parler > praten > parlé > gepraat