Possessives

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

LEARNING GOALS
By the end of the lesson:

  • You know when to use possessives ('s, ' & of)

Slide 2 - Tekstslide

POSSESSIVES
Wanneer we bezit willen aanduiden, kunnen we gebruik maken van de volgende 3 mogelijkheden:


  • ’s

  • of



Slide 3 - Tekstslide

POSSESSIVES
  • -’s

We gebruiken -'s bij:

Personen of dieren in het enkelvoud + namen
  • The boy's house
  • The dog's chewtoy
  • Alexander's bike
  • James's guitar

Let op: bij namen die op een -s eindigen mag je ook alleen -' gebruiken!




Slide 4 - Tekstslide

POSSESSIVES
  • -’s

We gebruiken -'s bij:

Meervoudsvormen die niet op een -s eindigen
  • Men's room
  • Children's toys
  • The sheep's fur



Slide 5 - Tekstslide

POSSESSIVES
  • -’s

We gebruiken -'s bij:

Uitdrukkingen van tijd in het enkelvoud
  • An hour's walk
  • A month's time



Slide 6 - Tekstslide

POSSESSIVES
  • -'

We gebruiken -' bij:

Meervoudsvormen die op een -s eindigen
  • Our neighbours’ garden
  • The dogs’ toys
  • The lions' teeth




Slide 7 - Tekstslide

POSSESSIVES
  • -'

We gebruiken -' bij:

Uitdrukkingen van tijd in het meervoud
  • Two weeks' time
  • Five years' worth of effort



Slide 8 - Tekstslide

POSSESSIVES
  • of

We gebruiken of bij dingen en geografische namen (steden, landen)

  • The back door of the house is open.
  • New York City is the capital of the state of New York.

Let op: wanneer we of gebruiken zetten we het bezit vooraan en de eigenaar achteraan.



Slide 9 - Tekstslide

IN SUMMARY
's
  • Personen of dieren in het enkelvoud + namen
  • Meervoudsvormen die niet op een -s eindigen
  • Uitdrukkingen van tijd in het enkelvoud

'
  • Meervoudsvormen die op een -s eindigen
  • Uitdrukkingen van tijd in het meervoud

of
  • Dingen en geografische namen (steden, landen)



Slide 10 - Tekstslide

POSSESSIVES
  1. These are the ________ (boys – pencils).
  2. This is the ________ (boy – bike)
  3. ________ (Charles – CD player) is new.
  4. My ________ (parents – car) was not expensive.
  5. ________ (England - capital).
  6. ________ (John – sister) is twelve years old.
  7. Let’s go to your ________ (friends – house)!
  8. The ________ (children – room) is upstairs.
  9. This is ________ (Peter – book).



Slide 11 - Tekstslide

POSSESSIVES
  1. These are the boys' pencils.
  2. This is the boy's bike.
  3. Charles's / Charles' CD player is new.
  4. My parents' car was not expensive.
  5. The capital of England.
  6. John's sister is twelve years old.
  7. Let’s go to your friends' house!
  8. The children's room is upstairs.
  9. This is Peter's book.



Slide 12 - Tekstslide

LEARNING GOALS
Now you know:

  • When to use possessives ('s, ' & of)

Slide 13 - Tekstslide