21 juni_leesvaardigheid_havo 3

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Van welk type reclame is hier sprake?
A
commerciële reclame
B
ideële reclame

Slide 9 - Quizvraag

Van welk type reclame is hier sprake?
A
commerciële reclame
B
ideële reclame

Slide 10 - Quizvraag

Van welk type reclame is hier sprake?
A
commerciële reclame
B
ideële reclame

Slide 11 - Quizvraag

Welk doel heeft deze reclame?
A
product kopen
B
goed doel steunen
C
'verkeerd' gedrag afleren/juist gedrag stimuleren

Slide 12 - Quizvraag

Welk doel heeft deze reclame?
A
product kopen
B
goed doel steunen
C
'verkeerd' gedrag afleren/juist gedrag stimuleren

Slide 13 - Quizvraag

Welk doel heeft deze reclame?
A
product kopen
B
goed doel steunen
C
'verkeerd' gedrag afleren/juist gedrag stimuleren

Slide 14 - Quizvraag

Welk doel heeft deze reclame?
A
product kopen
B
goed doel steunen
C
'verkeerd' gedrag afleren/juist gedrag stimuleren

Slide 15 - Quizvraag

Welk doel heeft deze reclame?
A
product kopen
B
goed doel steunen
C
'verkeerd' gedrag afleren/juist gedrag stimuleren

Slide 16 - Quizvraag

Lees de column (uitgedeeld in de les of gedeeld in Teams)

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 18 - Open vraag

Het onderwerp van deze tekst (column) is
A
peroonlijk
B
maatschappelijk

Slide 19 - Quizvraag

Leg je antwoord bij de vorige vraag (19) uit.

Slide 20 - Open vraag

Van welk(e) tekstdoel(en) is sprake in deze column?
A
overtuigen
B
amuseren
C
overtuigen en amuseren

Slide 21 - Quizvraag

Licht je antwoord bij vraag 21 toe met behulp van voorbeelden uit de tekst.

Slide 22 - Open vraag

Verklaar de titel van de tekst?
(De oorspronkelijk titel is overigens 'Quinoakutten').

Slide 23 - Open vraag

Noteer in eigen woorden het standpunt van Tim den Besten in alinea 2.

Slide 24 - Open vraag

Maak duidelijk dat hij humoristische overdrijving gebruikt omt zijn standpunt naar voren te brengen.

Slide 25 - Open vraag

Welke twee kenmerken kent hij in alinea toe aan de quinoatrutten?

Slide 26 - Open vraag

Wat wil hij demonstreren (laten zien/duidelijk maken) met de dialoogjes in alinea 3 en 4?

Slide 27 - Open vraag

Het eerste dialoogje is de weergave van een echt gesprek. Geldt dit ook de tweede dialoog? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open vraag

Leg uit wat de overeenkomst is tussen een jehovagetuige en een quinoatrut (alinea 5).

Slide 29 - Open vraag

Waarop is 'de vrijheid van etensuiting' (alinea 5) een variatie?

Slide 30 - Open vraag

Wat bedoelt de schrijver met dit begrip? (vrijheid van etensuiting)

Slide 31 - Open vraag

Wat wil de schrijver duidelijk maken met de slotzin van alinea 5?

Slide 32 - Open vraag

Leg uit op welke wijze Tim den Besten zijn verhaal rondmaakt.

Slide 33 - Open vraag