TOA les SMART doelstellingen

Les (SMART)Doelen: 
 


  • Wat is een doel?
  • Waarom is een doel belangrijk?
  • Prestatiedoel of ontwikkeldoel
  • Je doel SMART maken 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les (SMART)Doelen: 
 


  • Wat is een doel?
  • Waarom is een doel belangrijk?
  • Prestatiedoel of ontwikkeldoel
  • Je doel SMART maken 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les sluit aan op ABC Opdracht 4
Deadline 26-4-2023 
Quick scan gedaan?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

deadline 26-4-2023
Wat is voor jou een doel?
Een opdracht die jij jezelf geeft
om iets bij jezelf te veranderen, om ergens beter in te worden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom een doel?
Een doel vertelt je:
  • Waar wil je naartoe?
  • Wat is belangrijk?
  • Wanneer heb ik mijn doel bereikt?
En…
  • Een doel geeft energie 
  • Een doel helpt je om vol te houden
  • Een doel maakt je creatiever

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandstof
Waarom mensen hun doelen niet bereiken: 
  • niet specifiek genoeg
  • geen planning
  • En....niet bepaald WAAROM

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen?
Wat wil ik weten, kunnen of verbeteren?
- Waarvan wil ik iets weten, kunnen, verbeteren?
- Hoe wil ik dat de situatie wordt?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prestatiedoel 
 Resultaat
Wat moet ik kunnen
Doel niet gehaald = gefaald


Ik wil elke dag om 08.50 uur
aanwezig zijn bij sporten.
Ontwikkeldoel
 Proces
 Wat wil ik leren
 Doel niet gehaald = iets anders proberen

Ik wil leren wat mij helpt om
op tijd op te staan voor sporten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op: 
Een doel voor komend half jaar 
(hoeft niet met werk of opleiding te maken te hebben)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is je enthousiasme voor het opgeschreven doel?
Stel jezelf de volgende vragen:
1. Wil ik dit doel halen (in plaats van ‘moet ik dit doel halen’)?
2. Word ik blij van mijn doel?
3. Geeft het doel mij energie?
4. Heb ik zin om aan mijn doel te werken?
Hoe vaker jij ‘ja’ als antwoord hebt gegeven, hoe groter je enthousiasme!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS
  1. Begin je doel met “ik”.
  2. Gebruik na “ik” een doe- of meet-woord: maak, kan, ken, heb inzicht in, begrijp, pas toe, weet, et cetera.
  3. Beschrijf hierna SMART in concrete woorden en in meetbare termen wat je doel is om te leren: je doel of vaardigheid.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet SMART 

Ik wil mijn TOA diploma halen 
Wel SMART

Op 1 juli 2024 heb ik de alle onderdelen van de opleiding TOA met een goed (8 of hoger) afgerond in overeenstemming met de criteria in de studierichtlijnen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SMART staat voor?
A
Specifiek, makkelijk, acceptabel, realtisch, tijdgebonden
B
Specifiek, meetbaar, acceptabel, riscio, tijdgebonden
C
Specifiek, meetbaar, realistisch, acceptabel, termijn
D
Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen zijn SMART geformuleerd. Waar zijn de doelen op gericht?

A
Proces
B
Actie
C
Bepaald resultaat
D
Inspanning

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het handig dat doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SMART wordt gebruikt voor:
A
Het schrijven van een behandelngsplan
B
Controleren of je je dagtaken op werk hebt uitgevoerd
C
Het formuleren van doelen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op 1 juli 2023 ren ik met gemak 10 km achter elkaar zonder te stoppen
A
SMART
B
niet SMART

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende vraag SMART:
Mevrouw Jansen van Zorggroep Charim, afdeling de meent wil graag meer contacten leggen met mede bewoners de komende tijd. Ze houdt erg van zingen en speelt graag bingo. Welk doel zou je formuleren?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde les; 
wat neem je mee?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies