1D Brugklas Leesvaardigheid

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

1D Brugklas periode 2

LEESVAARDIGHEID

Leerdoelen

Leesstrategieën

Ik weet welke leesstrategieën er zijn

Ik kan de leesstrategieën toepassen

STARTOPDRACHT

Schrijf op wat je hebt gelezen vandaag: vanaf het moment dat je bent opgestaan tot nu.

Leesstrategieën

Verkennend of globaal lezen

Nauwkeurig of intensief lezen

Studerend of lerend lezen

DUO-OPDRACHT

De ene tekst is makkelijker dan de andere. Hier zijn verschillende oorzaken voor.  Je gaat teksten onderzoeken en sorteren. 

Noteer de antwoorden op het blad

Opdracht 1 Bedenk samen zoveel mogelijk oorzaken dat de ene tekst makkelijker is dan de andere. 

Opdracht 2 Bekijk de vier teksten en bepaal hoe moeilijk ze zijn. Pas de leesstrategieën toe!

Opdracht 3 Wat maakt een tekst makkelijk of moeilijk? Misschien hebben jullie inmiddels nieuwe oorzaken bedacht. Noteer alle criteria die jullie hebben bedacht.

Opdracht 4 Woorden!  Misschien ben je in de teksten woorden tegengekomen die je niet, of niet goed kent. Misschien heb je woorden gezien waarvan je vindt dat ze belangrijk of interessant zijn. Zoek samen de betekenissen op!

Opdracht 5 Welke tekst zou jij kiezen als je meer over dit onderwerp te weten wilt komen? Waarom kies je voor deze tekst? 

UITLEG DIATAAL

https://bvdiataal.sharepoint.com/:p:/s/EXTERNDELEN/EZeT2En_hZVMtnR_XAobR7QBGzWYgeSRtTFIcNnjdhQ46A?rtime=w_tmKDgA3Ug

UITLEG POSTEROPDRACHT

ALINEA - ONDERWERP - DEELONDERWERP

Geraamte van een tekst

Tekstgeraamte

Seintjes en signalen

Kleur van een tekst

Onderwerp en deelonderwerp

Het onderwerp van een tekst: de hoofdgedachte waar de tekst over gaat

Deelonderwerpen: in aparte alinea's of gedeelten van de tekst 

Voorbeeld:

Het onderwerp is Klimaatverandering.

De deelonderwerpen kunnen zijn: oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen

DUO-OPDRACHT

Neem de theorie door op blz. 21

Maak opdracht 7

Maak opdracht 9:

• Zoek een artikel over een actueel onderwerp in een (online)krant met een duidelijke kop en tussenkopjes
• Zoek een artikel in een (online)tijdschrift met een duidelijke kop en tussenkopjes

• Plak de artikelen in een Word-document en markeer de kop en tussenkopjes
• Noteer bij de kop: Wat is de hoofdgedachte van de tekst, volgens de kop?
  
• Noteer bij de tussenkopjes: Waar gaat elke alinea precies over? Welk deel van het onderwerp wordt in deze alinea besproken
• Bedenk samen andere en passende koppen en tussenkopjes bij de twee artikelen
• LEVER jullie document in via Learnbeat

Tekstdoelen

Informeren

Beschouwen (schrijver zet lezer aan tot het vormen van een mening)

Amuseren (diverteren)

Overtuigen

Activeren

Instrueren

Huiswerkopdracht

Huiswerkopdracht voor de volgende les (woensdag 20 november)

Ga op zoek op het internet naar vier verschillende teksten over je favoriete pretpark, game of hobby:

• informatieve tekst
• activerende tekst
• overtuigende tekst
• amuserende tekst

Sla deze teksten op, print ze uit en neem de teksten mee naar de les.

OPDRACHT

Neem de theorie door op blz. 21

Lees tekst 1 (klassikaal)

Maak opdracht 4 en 5 

TEKSTDOELEN

Tekstdoel?

Tekstdoel?

Tekstdoel?

Tekstdoel?

Tekstdoel?

Opdracht 1 - in duo's

• Kies één van de teksten 1 t/m 4 (op papier of in Learnbeat)
• Markeer woorden, cijfers of beelden die de tekst 'kleur' geven.
• Herken je het tekstdoel? 
• Waaraan zie je dat?

Opdracht 2  - in duo's

Maak bij de tekst die je gekozen hebt, de volgende opdrachten:

Learnbeat 4.1 Tekstdoelen

A. Bekend - benieuwd - bewaard (deze opdracht doe je alleen)

B. Vragen bij de tekst beantwoorden (in duo's): wie/wat/waar/wanneer/waarom/hoe?

1.2 Tekstdoelen en - soorten

Opdracht

KERN - bladzijde 15: tekst lezen (klassikaal)

Opdracht 1 + 2 maken (bladzijde 16)

Huiswerkopdracht voor de volgende les (vrijdag 25 november)

Ga op zoek op het internet naar vier verschillende teksten over je favoriete pretpark of game:

• informatieve tekst
• activerende tekst
• overtuigende tekst
• amuserende tekst

Sla deze teksten op, print ze uit en neem de teksten aanstaande vrijdag mee naar de les.

Vorige les

1

2

3

Bekend: bekijk de titel, tussenkopjes, afbeeldingen. Wat weet je al over het onderwerp?

BEKEND
Wat weet je al over dit onderwerp?

BENIEUWD
Waar ben je benieuwd naar?

Signaal-en verwijswoorden

Signaal-en verwijswoorden

Signaalwoorden

Want = reden

Maar = tegenstelling

Daardoor = oorzaak 

Verwijswoorden

die verwijst naar details

dit verwijst naar innovaties

die verwijst naar sporen

die verwijst naar informatie

 Samenwerkend lezen

De Voorzitter blijft aan de eigen tafel zitten. De Denker en Schrijver gaan naar de plek van de voorzitter.

De Schrijver haalt alle lesmaterialen op bij mij

Opdracht 1

Bekijk met je groepje de tekst, titel, tussenkopjes, afbeeldingen.

Noteer wat jullie al weten (bekend) en waar jullie willen weten (benieuwd) over het onderwerp

Overige opdrachten

• Lees de opdrachten goed door en maak daarna de opdrachten
• Maak een mindmap voor opdracht 3: Wat is het probleem, wat zijn de oorzaken en gevolgen?
• BEWAARD: noteer in jullie mindmap wat jullie hebben bewaard. Wat zijn jullie te weten gekomen over het onderwerp?

EVALUATIE

• Bewaard: wat zijn jullie te weten gekomen over het onderwerp?
• Wat is het probleem? Wat zijn de oorzaken en gevolgen?

Ga met je groepje langs een ander groepje om de mindmap te bekijken. Vergelijk de mindmaps: wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?

Bekijk wat elke groepje heeft bewaard.

Volgende les: met je groepje zelf een tekst uitkiezen en onderzoeken. Je maakt een korte presentatie over de tekst.