H2 en H3 herhaling

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

Wie zien we hier op de afbeelding?
A
Johannes Calvijn
B
Maarten Luther
C
Karel V
D
Paus Gregorius IV

Slide 2 - Quizvraag

1

Slide 3 - Video

Wat is een 'aflaat'?
A
Een fragment uit de bijbel die je kon gebruiken om te bidden
B
Een magische spreuk om je te beschermen tegen het vuur van de hel
C
Een vrijbrief voor jou of je familie om je zonden af te kopen
D
Een vrijbrief waardoor je niet meer naar de kerk hoefde te gaan

Slide 4 - Quizvraag

Wat zou Maarten Luther van deze handel in aflaten vinden?
A
Goed
B
Slecht

Slide 5 - Quizvraag

Nadat hij vogelvrij was verklaard door de Paus en Karel V. Begint Maarten Luther de bijbel naar het Duits te vertalen, waarom was dit belangrijk?
A
Omdat Maarten Luther de meeste volgers had in Duitsland
B
Omdat hij zelf geen Latijn sprak en dus niet zo goed wist wat in de bijbel stond
C
Omdat hij Duits de belangrijkste taal van de wereld vond
D
Zodat iedereen zelf kon lezen hoe je in de hemel kon komen in plaats van naar een priester te luisteren

Slide 6 - Quizvraag

Kort samengevat:
  1. Rijk van Karel V is iedereen katholiek.
  2. Maarten Luther heeft kritiek op de katholieke kerk omdat zij zich niet aan de regels van de bijbel houden. Grootste kritiek heeft Maarten Luther op de verkoop van aflaten.
  3. Bijbels zijn in die tijd in het Latijn geschreven, alleen priesters kunnen de mensen vertellen hoe ze goed moeten leven.
  4. Maarten Luther vertaald de bijbel in het Duits. Hiermee begint de reformatie/hervorming; de splitsing van de kerk in katholiek en protestants.
  5. Vorsten kiezen de kant van Luther, omdat zij 1) eigendommen van de katholieken kunnen afpakken. 2) Omdat het volk volgens Luther naar de vorsten moeten luisteren.

Slide 7 - Tekstslide

Wie zien we hier op de afbeelding?
A
Karel V
B
Karel de Grote
C
Karel de Veroveraar
D
Karel I

Slide 8 - Quizvraag

Karel zijn rijk bestaande uit Duitsland, Nederland en Spanje vanuit één plek kunnen besturen. Hoe noemen we dit beleid?
A
Centralisatie
B
Uniformering
C
Dictatuur
D
Particularisme

Slide 9 - Quizvraag

Wat zouden de Nederlandse gewesten er van vinden dat alles vanaf één centrale plek bestuurd werd?
A
Goed, dit werkte veel beter en sneller
B
Slecht, op deze manier verliezen ze hun vrijheid

Slide 10 - Quizvraag

Plaats de volgende mensen op de goede plek:
Stadhouder
Vorst
Gewestelijke staten
Staten-Generaal
Landvoogd

Slide 11 - Sleepvraag

Kort samengevat:
  1. Nederland bestaat uit 17 kleine landjes (gewesten), met elk een eigen regering (gewestelijke staten), wetten en privileges (voorrechten).
  2. Vanaf 1543 komt Nederland in handen van Karel V en hij wil meer eenheid creëren (centralisatie).
  3. In elk gewest benoemt hij een stadhouder. Voor het land benoemt hij een landvoogd(es). En vertegenwoordigers van de gewesten komen samen in de Staten-Generaal.
  4. Karel V wil dat elk gewest ook katholiek wordt, wie protestants is wordt gezien als ketter en kan hiervoor gestraft worden. Stadsbesturen weigeren dit te doen.
  5. 1555 treedt Karel V af en zijn zoon Filips II neemt het over....

Slide 12 - Tekstslide

Na Karel V volgde zijn zoon Filips II zijn vader op als vorst van Nederland. Wat deed Filips II anders dan zijn vader?
A
Hij vervolgde geen ketters (protestanten)
B
Hij bleef niet in Nederland om te besturen
C
Hij wilde geen centralisatie
D
Hij raadpleegde niet meer de Staten-Generaal

Slide 13 - Quizvraag

Edelen smeken Margaretha van Parma (landvoogdes) om te stoppen met de vervolging van de protestanten. Gaat zij hiermee akkoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Na dit 'smeekschrift', mogen protestanten weer hun diensten houden (hagenpreken). Wat is hiervan het gevolg?
A
In deze preken wordt opgeroepen om katholieken kerken te slopen
B
Protestanten vluchten massaal weg uit Nederland
C
De hertog van Alva wordt naar de Nederlanden gestuurd
D
Filips II komt zelf naar Nederland om te regeren

Slide 15 - Quizvraag

Welke gebeurtenis zie je hier op het plaatje?
A
Bouw van de Dom in Utrecht
B
Inrichten van het paleis van Margaretha van Parma
C
De beeldenstorm
D
Het begin van de reformatie

Slide 16 - Quizvraag

Kort samengevat:
  1. Filips II (koning van Nederland en Spanje) verlaat Nederland en stelt zijn halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes.
  2. De Staten-Generaal wordt niet meer bijeen geroepen en de inquisitie (speciale rechtbank) wordt in het leven geroepen om ketters op te sporen.
  3. Edelen smeken in een brief (smeekbede) de landvoogdes om te stoppen met het vervolgen van protestanten. Margaretha van Parma stemt hier in toe.
  4. Protestanten hoeven zich niet meer te verschuilen en geven in de buitenlucht preken (hagenpreken). Tijdens één van deze preken roept de dominee zijn volgers op om katholieke kerken te vernielen (beeldenstorm).
  5. Filips II is woedend en slaat terug...

Slide 17 - Tekstslide

Met welke opdracht werd Alva naar de Nederlanden gestuurd?
A
Het katholieke geloof te verspreiden
B
Angst en terreur verspreiden
C
De edelen die tegen Filips samenzweerder te arresteren
D
Opstandige steden weer onder het bewind van Filips II te krijgen

Slide 18 - Quizvraag

Met welke gebeurtenis slaan de opstandelingen uiteindelijk terug?
A
Reductie van Groningen
B
Moord op Willem van Oranje
C
Beleg van Steenwijk
D
Inname van Den Briel

Slide 19 - Quizvraag

Spanje kon de oorlog tegen Nederland niet volhouden. Waardoor kwam dit?
A
Spanje verloor te veel soldaten
B
Soldaten begonnen te muiten
C
Geld gebrek
D
Het Nederlandse leger was te sterk

Slide 20 - Quizvraag

De Nederlandse gewesten kwamen met een gezamelijke statement tegen Spanje: Pacificatie van Gent. Wat hield dit in?
A
Nederland erkende Filips II niet meer als koning
B
De gewesten gingen samenwerken in het verdrijven van de Spanjaarden
C
De gewesten wilden geen belasting meer betalen aan de Spanjaarden
D
De gewesten zweerden trouw aan Willem van Oranje

Slide 21 - Quizvraag

Samenwerkingsverband tussen de Noordelijke gewesten
A
Unie van Atrecht
B
Unie van Utrecht

Slide 22 - Quizvraag

Samenwerkingsverband tussen de Zuidelijke gewesten
A
Unie van Atrecht
B
Unie van Utrecht

Slide 23 - Quizvraag

Kort samengevat:
  1. Door de smeekbede van de Edelen stoppen de vervolgingen, in een hagenpreek roept een dominee zijn volgers op om katholieke kerken stuk te slaan; beeldenstorm
  2. Filips II stuurt zijn wreedste generaal de hertog van Alva, om angst en terreur te zaaien in de Nederlanden om ervoor te zorgen dat men niet nogmaals in opstand durft te komen.
  3. Dit heeft niet het gewenste effect en mensen keren zich tegen Alva. Als het de Watergeuzen dan ook nog lukt om de stad Den Briel te veroveren, is de opstand een feit.
  4. Willem van Oranje komt terug naar Nederland om de opstand te leidden.
  5. Met de pacificatie van Gent besluiten de gewesten samen te gaan werken om de Spaanse soldaten te verdrijven. Zuidelijke gewesten willen hier niet aan mee werken en verenigen zich in de unie van Atrecht, de noordelijke gewesten verenigen zich in de unie van Utrecht.

Slide 24 - Tekstslide

1) Er vindt verstedelijking in Nederland plaats
2) Graan wordt geïmporteerd uit het Oostzee gebied
3) Amsterdam wordt een belangrijke stapelmarkt
4) Antwerpen wordt geplunderd tijdens de Spaanse furie
5) (Rijke) vluchtelingen uit Antwerpen vluchten naar Amsterdam

Zin 1 is 'oorzaak' of 'gevolg' van zin 2
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 25 - Quizvraag

1) Er vindt verstedelijking in Nederland plaats
2) Graan wordt geïmporteerd uit het Oostzee gebied
3) Amsterdam wordt een belangrijke stapelmarkt
4) Antwerpen wordt geplunderd tijdens de Spaanse furie
5) (Rijke) vluchtelingen uit Antwerpen vluchten naar Amsterdam

Zin 5 is 'politieke', 'economische', 'militaire' oorzaak van zin 3
A
Politiek
B
Economisch
C
Militair

Slide 26 - Quizvraag

1) Er vindt verstedelijking in Nederland plaats
2) Graan wordt geïmporteerd uit het Oostzee gebied
3) Amsterdam wordt de belangrijkste stapelmarkt in Europa
4) Antwerpen wordt geplunderd tijdens de Spaanse furie
5) (Rijke) vluchtelingen uit Antwerpen vluchten naar Amsterdam

Zin 3 is 'bedoeld' of 'onbedoeld' gevolg van zin 2
A
Bedoeld
B
Onbedoeld

Slide 27 - Quizvraag

Amsterdam
1) Er vindt verstedelijking in Nederland plaats

2) Boeren kunnen niet meer genoeg voedsel produceren en wordt graan geïmporteerd uit het Oostzee gebied

3) Boeren die niet meer nodig zijn gaan een andere ambacht uitoefenen voor geld (specialisatie)

3) Amsterdam wordt een belangrijke stapelmarkt

4) Antwerpen wordt geplunderd tijdens de Spaanse furie

5) Vluchtelingen uit Antwerpen vluchten naar Amsterdam

6) De internationale handel richting Amsterdam nam toe.



Slide 28 - Tekstslide

2

Slide 29 - Video

00:37
Wat vervoeren de mannen van de VOC
A
Slaven, wapens en suiker
B
Tabak, Thee en koffie
C
Peper, kruidnagel en nootmuskaat
D
Hout, teer en graan

Slide 30 - Quizvraag

00:43
Wat vervoeren de mannen van de WIC
A
Wapens, tabak en slaven
B
Suiker, zilver en edelstenen
C
Hout, graan en teer
D
Thee, koffie en suiker

Slide 31 - Quizvraag

Waar had de VOC een monopolie op?
A
De handel in specerijen
B
De handel in slaven
C
De handel met Zuidoost-Azië
D
De handel met Indonesië

Slide 32 - Quizvraag

De VOC kreeg ook middelen om deze monopolie af te dwingen. Wat is niet één van deze middelen
A
Recht om verdragen te mogen sluiten met inlandse vorsten
B
Recht om oorlog te voeren
C
Recht om vijandige schepen te overmeesteren
D
Recht om handelsverdragen met Europese landen te mogen sluiten

Slide 33 - Quizvraag

De VOC was het eerste beursgenoteerde bedrijf in de Nederlandse geschiedenis. Wat houdt dit in?
A
Dat mensen aandelen kunnen kopen in het bedrijf
B
Dat het bedrijf gekoppeld is aan de Nederlandse overheid
C
Dat het bedrijf zijn goederen verkoop op handelsbeurzen
D
Dat de winst van het bedrijf bij gehouden wordt op één plek

Slide 34 - Quizvraag

Sleep de volgende onderdelen van de Driehoekshandel naar de juiste plek:


Wapens
Katoen, Suiker, tabak
Slaven

Slide 35 - Sleepvraag

Waarom was de kaapvaart (WIC) amper winstgevend?
A
Omdat het meestal niet lukte om schepen te vinden
B
Omdat het Spaanse goud niets waard was
C
Omdat een kaping ook kon mislukken
D
Omdat de meeste kapers het goud zelf hielden

Slide 36 - Quizvraag

02:37
Waar had Maarten Luther kritiek op volgens het filmpje?
A
Dat je je schulden kon afkopen met geld
B
Dat slechte mensen naar de hemel gingen
C
Dat mannen minnaressen hadden naast hun vrouw
D
Dat mensen niet meer naar de kerk gingen

Slide 37 - Quizvraag

Oost-Indië
Europa
West-Indië
Plaats de woorden in de goede kolom:
VOC
Driehoekshandel
Factorijen
Specerijen
Hout
Suriname
Oostzee
Koloniën
WIC

Slide 38 - Sleepvraag