210608 Spelling en Woordenschat H5

Welkom bij Nederlands!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Toets nabespreken:
Pvtt - zet de zin in verleden tijd.
Pvvt - zet de zin in tegenwoordige tijd.
Onvoltooid deelwoord - infinitief + d
Voltooid deelwoord - 't sexy fokschaap
Infinitief - hele werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord - zegt iets over een zelfst. nw

Slide 2 - Tekstslide

Toets nabespreken
Omdat we gisteren veel gelopen hebben, ben ik nu erg moe.

In welke werkwoordsvorm staat het werkwoord 'hebben'?

Omdat we gisteren veel gelopen hadden, ben ik nu erg moe. --> dus pvtt

Slide 3 - Tekstslide

Toets nabespreken
... (worden) je zus echt gepest omdat ze zich een beetje afwijkend ... (kleden)?

Wordt je zus echt gepest omdat ze zich een beetje afwijkend kleedt?

Slide 4 - Tekstslide

Toets nabespreken
Laksha.... tas
Tom... boot
De cowboy.... lopen langs de ranch.


tv....
cd....

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel:
Leerdoel van deze les: 

  • Ik weet hoe ik komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's moet gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je nog?

In de volgende slide krijg je zinnen te zien zonder hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens. Neem de zinnen over en gebruik hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens. 

Slide 7 - Tekstslide

ha vincent zei ilonka wat gezellig dat je er weer bent

bij de italiaan staat van alles op het menu pizza pasta en tiramisu
timer
3:30

Slide 8 - Tekstslide

Spelling H5 - lastige leestekens
Leestekens helpen bij het lezen van een tekst. Wanneer gebruik je leestekens?

Komma: geeft een rust in de zin aan.
  • voor of na een aanspreking: Maud, wil je mij de boter aangeven?
  • tussen de delen van een opsomming: Morgen ga ik fietsen, wandelen en zwemmen.
  • tussen twee persoonsvormen: Omdat de kraan al een tijdje lekt, heb ik de loodgieter gebeld.
  • tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn: Joppe gaat naar Frankrijk op vakantie, omdat hij van het weer houdt.
  • voor en achter een bijstelling: Pablo Picasso, de beroemde schilder, overleed in 1973. 

Slide 9 - Tekstslide

Spelling H5 - lastige leestekens
Dubbele punt: kondigt iets aan.
  • een citaat (directe rede): De jongen vroeg: 'Waar is het zwembad?'
  • een gedachte: Toen Lara naar buiten keek, dacht ze: ik wacht wel tot de bui over is.
  • een opsomming: Alinda leest van alles: romans, thrillers en stripboeken.
  • een uitleg of toelichting: Helaas gaat de picknick morgen niet door: het wordt slecht weer. 

Puntkomma: 
  • tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen: Sep heeft een bijbaantje in het zwembad; hij wil later badmeester worden.
  • de afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt. 
                     De opdracht is als volgt:
                         - kies een boek;
                         - schrijf een samenvatting;
                         - presenteer de samenvatting. 

Slide 10 - Tekstslide

Spelling H5 - lastige leestekens
Aanhalingstekens:
  • bij citaten:
              'Ik kan vanavond niet mee', zei Anton. 'Ik moet werken.'
              'Als je meedoet met het toernooi,' vertelde Colin, 'moet je je wel opgeven.'
              'Fiets jij mee?', vroeg Dieke aan Cas. 
  • als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: Het woord 'ijs' doet me aan de zomer denken.
  • als het woord op een speciale manier gebruikt wordt: De agent zei dat hij die 'lieve jongen' wel zou inrekenen. 


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
De volgende zinnen bevatten verschillende leestekens. Leg van elk leesteken uit waarom het daar gebruikt is.
Voorbeeld: 'Lotte, kom je straks ook naar het sportveld?' vroeg Marieke. 

' - geeft het begin van een citaat aan;
, - staat na een aanspreking (Lotte);
? - sluit een vraag af;
' - sluit een citaat af; 
. - sluit de zin af.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1
  1. Irma vroeg: 'Noa, als we morgen naar het zwembad gaan, kan ik dan misschien bij jou achterop?'

  2. Renske was weer 'prima gehumeurd' vandaag: om het minste of geringste snauwde ze iedereen af.
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Pauze
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Woordenschat H5
Leerdoel van deze les: 
  • Ik kan spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Woordenschat H5
Uitdrukking of spreekwoord?
Wat is het verschil?

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.


Hij werd van het kastje naar de muur gestuurd.
Van het kastje werd ik naar de muur gestuurd.

Slide 16 - Tekstslide

Woordenschat H5
Aan de slag!

Maak opdracht 1 en 2 van Spelling H5 (blz. 162)
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 van Woordenschat H5 (blz. 152)

Klaar?

Dan mag je iets voor jezelf doen.




timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Spelling opdracht 2
Bij dit watersportcentrum kun je van alles doen snorkelen duiken aquafitnessen en waterskiën

Weet u wel zeker vroeg de receptioniste aan de sollicitant dat u vandaag een afspraak heeft met de directeur kan het niet morgen om 15:00 uur zijn

Slide 18 - Tekstslide

Spelling opdracht 2
Deze zomer gaat Marlinde naar Praag ze wil naar het Technisch Museum naar de Praagse burcht en naar de Petrin-uitkijktoren

Slide 19 - Tekstslide